In de laatste jaren van de vorige eeuw, was men in Radewijk druk met het samenstellen van een boek over de eigen buurtschap. Het boek kwam er en werd in december 1999 gepresenteerd. Niet alle verhalen die waren ‘opgehaald’ konden een plekje in het boek krijgen. Een van die verhalen ging over Bolks-Seine.

Seine Bolks was begin 1999 nog een krasse man, ondanks zijn 90-jarige leeftijd. Hij bewoonde, samen met zijn vrouw Janna en zoon Harm, een boerderijtje aan de Veldsinkdijk. Die boerderij was in 1912 gebouwd door Soepenbargs-Jan (Jan Eggengoor). Het stond op zes hectare heidegrond dat was aangekocht van boeren in Den Velde.

Seine is zijn hele leven boer geweest. Hij was geen man van grote stallen en varkensschuren, maar een zeer secuur en pienter boer. Alle stappen vooruit, hoefden nooit meer teruggezet te worden. Als bijverdienste heeft hij nog een tijdje een melkrit gehad. Hij haalde de melkbussen op bij de boeren aan de Lindeldijk en bracht ze naar Hekman aan de Radewijkerweg. Van daar werden ze vervolgens door Takmannegie (Albert Jansen) meegenomen naar de melkfabriek in Hardenberg.

Bolks-Seine vertelde onze interviewer nog een mooi verhaal over smokkelen. Veel Radewijkers maakten zich er ‘schuldig’ aan tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. “Frits van Hans-Laambert”, zo vertelde Seine, “werd met smokkelwaar door de commiezen of marechaussees opgepakt en dus meegenomen naar Hardenberg. Tijdens die wandeling passeerden ze ook de boerderij van “Beenen-Evert” op de Hanekamp. Frits vroeg zijn begeleiders of hij even een boodschap bij Beenen mocht achterlaten. Een goede smoes natuurlijk, maar de dienders trapten er in. Ze lieten Evert en Frits zowaar even alleen. Frits bedacht zich niet en maakte van de gelegenheid gebruik om het hazenpad te kiezen. Wanneer dan even later de beambten gaan kijken waar hun arrestant toch zo lang blijft, treffen ze alleen Evert Beenen aan en die is zich natuurlijk van geen kwaad bewust. Frits is gevlogen…”

Een ander sterk verhaal vertelde Seine over burenplichten: “Er werd vaak een beroep gedaan op de buren, bijv. bij de geboorte van een kind. Telefoon hadden we nog niet en de dokter werd dan door een van de buren opgehaald uit Hardenberg. Als de dokter dan niet thuis was, moest men hem soms ver nareizen. In die tijd waren er nog hoegenaamd geen fietsen, zodat men te paard of anders te voet ging. Iemand uit Radewijk vertelde mij eens dat toen hij geboren moest worden, de dokter helemaal uit Slagharen moest komen. Het duurde echter zo lang voordat de dokter daar gevonden was, dat ze al met hem naar de kerk waren om te dopen… Het gebeurde geregeld dat het kindje geboren werd, geholpen door buurvrouwen die voor vroedvrouw speelden”.

Seine Bolks (geb. 09-10-1908, ovl. 27-04-2001), Johanna Bolks-Zagers (geb. 04-12-1911, ovl. 22-06-2003) en hun vrijgezel gebleven zoon Harm Bolks (bijgenaamd: ‘oeze-jongen’).