Toen, op 30 juli 1862: de grote boze ‘wolf’.
Het Algemeen Handelsblad van 4 augustus 1862 meldde:
“Hardenberg, 30 julij. Sedert eenige dagen liep hier het gerucht dat er zich in dezen omtrek een wolf (anderen noemden een beer) ophoudt; men voegde er nog bij dat hij reeds een kind verslonden had. Dit gerucht heeft tot het volgend koddig voorval aanleiding gegeven. Zekere onnoozele boer, voor eenige dagen ’s avonds laat door het Heemserbosch gaande, werd op het hooren rammelen van een ketting die hem vervolgde, zoodanig door den schrik bevangen, dat hij uit al zijne magt begon te schreeuwen: Daor is ’n wolf, hi’j wil mi’j vermoorden! Iemand, dit geschreeuw vernemende, haalde spoedig volk bij elkander, ten einde den ongelukkige te helpen, maar hoe groot was hunne verwondering toen zij bij de plaats des onheils komende, bevonden dat de gewaande wolf niets anders was dan een hond!”