De registers van ingezetenen van ’t Schoutambt Hardenberg (1748)

aangevuld met genealogische gegevens door Erwin Wolbink en Dinah Hesselink-Zweers

De werkgroep genealogie maakt veel gebruik van de volkstellingen. Met name de in 1748 gehouden telling is een zeer mooie bron. De rotmeesters hielpen de schout bij het inventariseren van alle ingezetenen van de verschillende buurtschappen. De rotmeester werd aangesteld door de markegenoten. Hij behartigde hun belangen en moest de schout zo nodig helpen. De mensen werden onderverdeeld in zes verschillende groepen: de mannen – de vrouwen – de kinderen ouder dan 10 jaar – de kinderen jonger dan 10 jaar – de dienstboden, knechten, meiden, schepers en koehoeders – de in- of bijwoners. De vijfde kolom hebben we in onze overzichten allen geschaard onder dienstboden. De telling diende ter bepaling van de hoogte van de verschuldigde belastingen.

Veelal gebruiken we ‘ondertrouw’ om duidelijk te maken dat men zich liet inschrijven met de bedoeling om na drie proclamaties (afkondigingen) in de huwelijkse staat te worden bevestigd. Men kan dus op verschillende plaatsen staan ingeschreven. Bijvoorbeeld, wanneer de bruidegom kerkelijk behoorde tot Hardenberg en de bruid te Heemse, en één van hen ten tijde van het huwelijk werkzaam was te Gramsbergen, zien we dat ze in alle drie kerkgemeenten worden vermeld.

De doopboeken van Hardenberg zijn vanaf 1708 beschikbaar, echter de hiaten maken dat niet alle gegevens beschikbaar zijn. De dominee van Heemse vergat nogal eens de dopen en huwelijken in de kerkboeken te vermelden. Daar een groot deel van de erven en katersteden werd bewoond door huurders/pachters- en men nog niet in het bezit was van een vaste achternaam – moet men voor 1811 (verplichte naamsaanneming) altijd rekening houden met naamswijzigingen. In de komende uitgaven zullen de volgende buurtschappen de revue passeren: Brucht, Bergentheim, Diffelen, Rheeze, Heemse, Collendoorn, Lutten, Ennevelde, Ane, Holthone en de Scheere, Holtheme, Den Velde, Loozen, Baalder en Radewijk.

“Register van de ingesetenen van het Schoutampt Hardenberg, opgeschreven door de onderscholtus en de Rotmeester van elker Bourschap, alles na en ingevolge de Resolutie van haar Ed. Mogende ordin: Gedeputeerden van de Staten van Overijssel, van dato den 29 julij 1748”.

Volkstellingen 1748

Transcriptie: Dinah Hesselink-Zweers

Register van de ingesetenen van het Schoutampt Hardenberg, opgeschreven door de Onderscholtus en de Rotmeester van elker Bourschap, alles na en ingevolge de Resolutie van haar Ed: Mogende de ordin: Gedeputeerden van de Staten van Overijssel, van dato den 29 julij 1748.

De scholtus van het Schoutambt Hardenberg Arnoldus Voltelen noteerde hierover het volgende ‘Omdat de ingesetenen van het Clooster Sibculo nooijt geene Heerenschattingen hebben gegeven, so hebbe deselve daarom niet laten opschrijven, indien egter sulks sal moeten geschieden, als dan sal hier toe ordre afwagten’.

In Hardenberg waren enige boeren die hun kinderen, ouder dan 10 jaar, als dienstboden gebruikten. Deze kinderen zijn gewoon onder de kinders over de 10 jaren out opgeschreven en niet onder de dienstboden.

In het Schoutambt Hardenberg (zonder Sibculo) werden 2074 personen geteld, waaronder 463 kinderen jonger dan 10 jaar.