Gerrit Lambers (1792-1875) was een hoofdonderwijzer die les heeft gegeven aan de openbare lagere school te Den Velde.


Gerrit Lambers is geboren op 11 maart 1792 op het erve Timmermans in Den Velde als zoon van Hendrik Hendriks en Aaltjen (Timmer)Lambers. Drie dagen later werd hij – traditioneel – gedoopt in de kerk te Hardenberg.

De eerste onderwijzer van Den Velde was een inwoner van de buurtschap zelf, de pas 15-jarige Gerrit Lambers! Uit het archief blijkt dat hij op 11 november 1807 in functie trad als ‘schoolmeester’ op een traktement van vijfentwintig gulden per jaar en elf gulden aan emolumenten (ongeregelde bijkomende verdiensten). Op 15 oktober 1807 had hij zijn schoolmeestersakte van de vierde rang behaald. Vijf jaar na zijn aanstelling trouwde hij met de dertien jaar oudere Jannigjen Mas, afkomstig van het gelijknamige erve in Radewijk. Het huwelijk werd op 7 augustus 1812 voltrokken in Hardenberg.

In 1814 gaf Lambers les aan 23 leerlingen. Uit een rapport van de districtsschoolopziener in 1824 blijkt dat het schoolmeubilair van de gebouwen in Holtheme, Den Velde, Holthone, Anevelde en Ane zeer middelmatig waren. Slechts een derde van de school in Den Velde was bevloerd. De gouverneur van Overijssel gelastte de gemeenteraad om zo snel mogelijk verbeteringen aan te brengen om daarmee te voorkomen dat de rijksbijdrage op het onderwijs te Gramsbergen zou komen te vervallen. Letterlijk schrijft hij: “dat Zijne Majesteit ziende hoe weinig door de gemeente krachtdadig wordt medegewerkt tot bevordering van een wel ingericht onderwijs, mogt komen te verstaan dat hetgeen door s rijkskas aan jaarwedden wordt bijgedragen, eene last is waarvan weinig of gene vruchten worden ingeoogst, en wanneer niet daarmede in evenredigheid staan de bemoeijingen en pogingen der gemeente zelve er tot het doen continueren van die bijdragen voor zoodanige gemeente, gene de minste reden aanwezig is”. Enige tijd later reageert Willem Swam, burgemeester van Gramsbergen, op de aanschrijving van de gouverneur. Hij bericht dat wat de school in de buurtschap Den Velde betreft al het plan bestond om dezelve te bevloeren en dat het inmiddels ten uitvoer was gebracht.

Waarschijnlijk stelde het eerste buurtschapschooltje in Den Velde niet veel voor. Al in 1826 werd gecorrespondeerd over het bouwen van een nieuwe school voor Den Velde en Holtheme. Door een goede plaats te kiezen zou wellicht met een gebouw voor beide buurtschappen kunnen worden volstaan. Toch zou het nog vier jaar duren eer de bouw van een nieuwe school publiek kon worden aanbesteed. Op 29 juni 1830 vond deze aanbesteding plaats in herberg het Roode Hart in Gramsbergen. Een week later werd het proces-verbaal van de aanbesteding ingezonden onder mededeling dat omdat de buurtschappen Den Velde en Loozen dicht bij elkaar liggen, de nieuwe school tussen beide buurtschappen in gebouwd zal worden. Nog in 1830 is de nieuwe school in gebruik genomen. Het was acht meter lang, drie meter hoog en zes meter breed. De school kon gebouwd worden dankzij de medewerking van grootgrondbezitter jonkheer Jacob van Foreest van Heemse. Hij stelde belangeloos een stuk grond beschikbaar.

Meester Lambers gaf nog altijd les aan de kinderen van Den Velde. Zijn vrouw overleed op 52-jarige leeftijd waarna hij op 29 september 1832 in het huwelijk trad met de achttien jaar jongere Grietjen Klingenberg, ook geboortig uit Den Velde. In 1834 gaf de meester les aan 45 kinderen gedurende de maanden november, december, januari, februari, maart en april. Hij kreeg daarvoor vijfentwintig gulden uit de rijkskas en vijftig gulden uit het schoolfonds van Gramsbergen. Gedurende het andere halfjaar werd druk gewerkt op het land. De schoolgaande kinderen moesten in die periode meehelpen dus lesgeven was niet mogelijk. Gerrit Lambers bestierde samen met zijn vader Hendrik een klein boerderijtje. De inkomsten uit de landbouw zorgden ervoor dat het gezin kon rondkomen. Leven van alleen het schoolmeesterssalaris was niet mogelijk.

Lang konden de kinderen van Den Velde niet genieten van het tweede schooltje. Een orkaan verwoeste op 29 november 1836 nagenoeg het gehele schoolgebouw. Ook aan vele andere gebouwen in de gemeente werd grote schade toegebracht. De burgemeester schreef de volgende dag aan de gouverneur: “Ik vinde mij verpligt uw excellentie bij dezen te berigten dat de storm van gister nademiddag en avond alhier allerontzettends is geweest, zodanig dat alle huizen zonder onderscheid zo niet geheel dan toch voor een gedeelte van de daken zijn beroofd geworden, zo ook de kerk welke ontzettend veel heeft geleden. De voor een jaar of vier nieuws gebouwde school in de buurtschap Den Velde is geheel omver gewaaid, zo ook twee boerenhuizen te Aane, onderscheidene schuuren en schaapenhokken zijn ingestort”.

In februari 1837 was het bestek klaar voor de herbouw van de door de orkaan verwoeste school van Den Velde en Loozen. Op 9 mei daaropvolgend werd het werk aanbesteed waarbij aannemer G.J. Rigterink te Gramsbergen de klus gegund werd voor f. 520. Op 3 november 1837 werd gerapporteerd dat de door Rigterink herbouwde school geheel voltooid en afgewerkt is en in gebruik genomen kan worden. Er was op dat moment nog altijd geen onderwijzerswoning bij de school. Gerrit Lambers had daar ook geen belang bij. Hij woonde dichtbij op zijn eigen boerderij en kon de afstand naar de school eenvoudig afleggen. Het nieuwe schoollokaal was acht Nederlandse ellen lang, drie ellen hoog en zes ellen breed. Op dat moment gingen er 35 kinderen naar school.

Twee jaar later werd door de provincie gevraagd naar de mogelijkheid om het gehele jaar door les te geven aan de buurtschapsscholen. Het gemeentebestuur zag dat niet zitten. De onderwijzers zouden hun eigen boerderij niet meer kunnen bewerken en de opkomsten daarvan moeten missen. Verder zou geen van de ingezetenen zijn kinderen boven de zes jaar oud kunnen missen en naar school sturen, want de een heeft ze nodig om op de kleinere kinderen te passen en de andere om het vee te doen weiden; tevens worden veel kinderen ingezet om het vlas dat hier nogal veel verbouwd wordt te wieden en schoon te houden. Meester Lambers dreigde zelfs met ontslag als het zomeronderwijs zou worden ingevoerd. Schoolopziener Van der Wijck reageerde met: “deze Lambers behoort tot de drie minst bekwame onderwijzers van mijn gehele district; het zou eerder een winst dan een verlies voor het onderwijs betekenen”.

De eerste schoolmeester van Den Velde, Gerrit Lambers, vervulde zijn taak tot op hoge leeftijd. Pas in 1860 ging hij met pensioen. Op 20 september van dat jaar schreef hij het gemeentebestuur met het verzoek om eervol ontslag, hetgeen hem bij raadsbesluit van 6 oktober werd verleend. Hij had meer dan een halve eeuw les gegeven in Den Velde. Burgemeester Stroink wilde de onderwijzer bij zijn afscheid een gedenkpenning uitreiken voor diens bewezen diensten. In de pleitbrief vermelde de burgemeester dat Lambers al vanaf 1807 les gaf. Het verzoek tot toekenning van een medaille werd afgewezen door de inspecteur van het lager onderwijs. Een gedenkpenning was alleen voorbehouden aan mensen die tijdens hun 50-jarig dienstverband iets bijzonders hadden gedaan of ergens in hadden uitgemunt. De oud-onderwijzer kon nog vijftien jaar genieten van zijn magere pensioentje van zesendertig gulden per jaar. Hij overleed op 83-jarige leeftijd, op 18 juni 1875 in zijn geboorteplaats Den Velde.