Hendrik Kuik de Vries (1817-1902) was een hoofdonderwijzer die les heeft gegeven aan de openbare lagere scholen te Slagharen en Lutten aan de Dedemsvaart.


Hendrik Kuik de Vries is geboren op 21 april 1817 te Smilde, als zoon van tapper Anne Abels de Vries en Aaltien Hendriks Kuik. Hij trouwde op 1 augustus 1844 te Stad Almelo met schippersdochter Johanna Everdina Troost.

In de ‘Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs’ van 1 november 1842 vinden we: “Slagharen, gem. Ambt Hardenberg. Op den 20 december e.k., des morgens ten 10 ure, zal in de school te Heemse een vergelijkend examen gehouden worden tot vervulling van den schoolmeesterspost bij de in dit gehucht nieuw gebouwde school. De sollicitanten van den derden of hoogeren rang, de vereischte bewijsstukken bezittende, namelijk 1. acte van rang; 2. bewijs van voldaan te hebben aan de Wet op de Nationale Militie; 3. attest van goed burgerlijk gedrag van den burgemeester hunner woonplaats; 4. attest van bedrevenheid in het geven van goed klassikaal onderwijs van hunnen districts-schoolopziener, worden uitgenoodigd om die stukken voor of uiterlijk op den 15 december e.k. vrachtvrij aan den burgemeester van het Ambt Hardenberg te doen geworden. Men berekent dat de school zal bezocht worden door ruim 120 kinderen en dat dit getal, door de snel toenemende bevolking, spoedig tot over de 200 zal aangroeien”.

Uit de sollicitanten kwam Hendrik Kuik de Vries naar voren als de eerste keuze. Hij werd benoemd en op maandag 27 februari 1843 aanvaardde hij, bezittende de tweede rang, zijn aanstelling tot onderwijzer te Slagharen. Hij gaf, anders dan in vele andere buurtschapsscholen het geval was, het gehele jaar door les. In 1854 werd De Vries bij besluit van de kerkenraad benoemd tot koster van de nieuwe kerkgemeente te Lutten aan de Dedemsvaart.

Op 27 juni 1857 besloot het gemeentebestuur van Ambt Hardenberg onderwijzer Hendrik Kuik de Vries over te plaatsen van Slagharen naar de nieuw gebouwde school te Lutten aan de Dedemsvaart. 

In de krant ‘De Wekker’ van 14 maart 1883 lezen we: “Lutten, 8 maart. Wie heden als vreemdeling onze plaats bezocht, zag dadelijk dat er iets bijzonders gaande was: van bijna elk huis wapperde de driekleur. Voor het schoolgebouw en de onderwijzerswoning waren eerebogen opgericht en daaruit maakte men op, dat daar wel het middelpunt der algemeene feestviering was. En geen wonder – heden was het de dag, waarop voor 40 jaren onze hooggeachte hoofdonderwijzer zijn werkkring in de gemeente Ambt-Hardenbergh begon. Van onderscheiden kanten waren reeds dagen te voren vele toebereidselen gemaakt om dezen dag waardig te vieren.

Omstreeks elf uur in den morgen vereenigden zich alle leden van het Onderwijzers-gezelschap „Hardenbergh”, alle leerlingen der school, benevens tal van belangstellenden in het schoolgebouw. Spoedig daarna verschenen ook de Inspecteur van ’t Lager onderwijs, de districts- en arrondissementsschoolopziener en het dagelijksch bestuur der gemeente aldaar. Daarop leidden eenige heeren den heer De Vries met zijne echtgenoote en kinderen binnen. ‘s-Morgens had eene commissie uit de ingezetenen zich aan de woning van den jubilaris vervoegd en hem daar onder het uiten hunner beste wenschen een fraaien leuningstoel, een prachtig boekwerk en een gouden bril in étui aangeboden als bewijzen, hoezeer de ingezetenen ingenomen zijn met het onderwijs van den jubilaris. Ook de leden van het zanggezelschap en de kerkvoogden der Herv. Gem. boden sierlijke en doelmatige geschenken aan, terwijl vele meer of minder sierlijke cadeaux aan de woning werden bezorgd, die alle getuigden van de liefde en achting, die ieder De Vries toedraagt.

In ’t schoolgebouw werd de jubilaris het eerst toegesproken door den heer Sloet, districtsschoolopziener. Deze roemde zeer de nauwgezette plichtsbetrachting van De Vries en bood den jubilaris een Koninklijk besluit aan, waarbij hem, als een stoffelijk blijk van hooge waardeerïng, eene som van f 40 was toegestaan voor een boek- of plaatwerk naar keuze. De Inspecteur dr Kreenen nam daarop ’t woord en schetste in gevoelvolle woorden hoe hij De Vries sedert lange jaren had gekend als een ijverig onderwijzer, die steeds, ook vaak onder minder gunstige omstandigheden, op zijn post was om zijn plicht te vervullen. De heer Van Barneveld, burgemeester der gemeente, schetste in krachtige woorden De Vries als een ijverig ambtenaar der gemeente; hoewel zijn levenspad niet altijd met rozen was bestrooid, toch had hij zich uitstekend van zijn plicht gekweten. Als een bewijs hoe de gemeente langdurigen trouwen dienst weet te waardeeren, bood de burgemeester een met zilver gemonteerd inktstel aan. Eindelijk waren de ambtgenooten aan de beurt om te toonen, hoe zij De Vries hoogachten. De president van het onderwijzersgezelschap „Hardenbergh” bood, onder een gepaste en gevoelvolle toespraak den jubilaris eene sierlijke marmeren pendule met coupes aan als blijk van achting en vriendschap van den schoolopziener dr. Knijper en alle openbare onderwijzers van Stad- en Ambt Hardenbergh en Gramsbergen. De heer Koopman deed in zijn toespraak duidelijk uitkomen, hoezeer allen hunnen ouden vriend waardeeren en hoe ze hopen, dat hij nog eenigen tijd met lust en ijver zijne taak mocht vervullen, zooals hij dat tot nu toe gedaan had. Diep getroffen beantwoordde De Vries al deze toespraken. Hij dankte in de eerste plaats God, dat die hem kracht had geschonken om zijn taak te vervullen en hoopte, dat Hij hem verder mocht bijstaan bij het klimmen zijner jaren. Maar ook bracht hij zijn dank aan zijne superieuren, collega’s en allen, die van hunne belangstelling bewijzen hadden gegeven. De leerlingen zongen nog eenige toepasselijke liedjes en werden vervolgens onthaald op eenige ververschingen in de school, terwijl de andere opgekomenen in de woning eenige ververschingen gebruikten. Daar de Inspecteur en schoolopzieners drukke ambtsbezigheden hadden, vertrokken ze reeds spoedig naar Zwolle. De collega’s bleven nog eenigen tijd gezellig bijeen. Menige toast werd gedronken en onderscheidend luimige voordrachten werden gehouden; eindelijk kwam het uur van scheiden en ieder ging naar huis in eene opgewekte stemming. Deze dag heeft weer op nieuw doen zien, hoe getrouwe plichtsbetrachting wordt gewaardeerd. Hij heeft duidelijk doen uitkomen, hoe autoriteiten ware verdienste op prijs stellen en hoe nauw de band der vriendschap is, die de openbare onderwijzers in deze streken verbindt.”

Hendrik Kuik de Vries

 

In dezelfde krant van 6 oktober 1883 werd gemeld: “Lutten aan de Dedemsvaart. De heer H.K. de Vries, hoofd der school, die onlangs zijn 40-jarig dienstwerk herdacht, heeft van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen de zilveren medaille ontvangen”. In die krant lezen we verder op 25 februari 1893: “Lutten (Dedemsvaart). Den 1en april a.s. legt de heer H.K. de Vries, hoofd der school alhier, zijne betrekking neder. Hij heeft dan 50 jaar aan het hoofd eener school in deze gemeente gestaan, eerst te Slagharen en ruim 35 jaar hier. De rust die hij gaat nemen, is dus wel verdiend, te meer daar van hem getuigd mag worden dat hij gedurende al die jaren zijne betrekking trouw en met ijver vervulde. Geen wonder dat hij hier algemeen geacht en bemind wordt”.

Hendrik Kuik de Vries en echtgenote Johanna Everdina Troost

 

Meester De Vries overleed op 17 september 1902 te Lutten aan de Dedemsvaart. In de krant ‘Het nieuws van den dag’ meldde men: “Te Lutten, gemeente Ambt-Hardenberg, is overleden het voormalig hoofd der school aldaar, de heer H.K. de Vries, in den ouderdom van 85 jaren. Als jongeling van 16 jaar trad hij in dienst bij het onderwijs en is 50 jaar met ijver en nauwgezetheid werkzaam geweest als hoofd eener school in de gemeente Ambt-Hardenberg. De laatste tien jaren zijns levens genoot hij pensioen”.

 

(Foto’s afkomstig uit de collectie van achterkleinzoon Hein de Vries)