Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg, inventarisnummer 19, periode 23 december 1805 t/m 21 april 1807

Folio 69
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren Hendrik Drenthen en Roelof Mensen, persoonlijk in den gerichte gecompareerd is Albert Beltman, woonachtigh te Aane, en deszelvs huisvrouw Jennegien Westerman, tutore marito, verklaarende zij comparanten, voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan hun ten genoegen zijn voldaan en betaald, in vollen eigendom over te dragen aan Harm Hendrik Goorhuis en deszelvs huisvrouwe Aaltjen Hans te Aane, het door dezelven, ofwel door wijlen Roelof Tielen bereeds in 1795 van comparanten aangekochte stukjen zaaijland, op den zogenaamden Langenkamp te Aane in dit Schoutämpt gelegen. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende, ofwel zo en in diervoegen hetzelve aan comp(aran)ten in eigendom hebbe toebehoord. Doende zij comparanten daarvan alzo door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde, hun en hunn erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de koopers en betaalers H.H. Goorhuis en deszelvs huisvrouwe en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragte ten allen tijde te zullen staan wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens de comparanten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor hun, omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 23 decemb. 1800 en vijff.

Folio 69 en 69verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren Hendrik Drenthen en Roelof Mensen, persoonlijk in den gerichte gecompareerd is Hermen Hendrik Goorhuis, en deszelvs huisvrouw Aaltjen Hans, tutore marito, te Aane woonachtig. Dewelken verklaarden, voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan hun ten genoegen zijn voldaan en betaald, in vollen eigendom over te dragen aan Albert Beltman en deszelvs huisvrouwe, een stukjen zaaijland, kenlijk op den Aaner Esch in dit Schoutämpt gelegen schietende op de Hammate. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende ofwel zo en in diervoegen hetzelve door verkooperen bezeten is, zijnde bereeds in 1795 aangekocht. Doende zij comparanten daarvan alzo door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde, hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de kopers en betaalers voorz. Albert Beltman en deszelvs huisvrouwe en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragte ten allen tijde te zullen staan wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens de comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor hun, omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 23 dec. 1800 en vijff.

Folio 69verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren Alb(er)t Beltman en Hendrik Drenthen, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn, Roelof Mensen en deszelvs huisvrouw Hendrikjen Koenders, tutore marito te Aane; dewelken verklaarden, voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan comparanten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij desen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen, aan Jan Vlierman en deszelvs huisvrouw te Aane, een mudde zaaijland; kennelijk onder aane in dit Schoutämpt gelegen, zijnde in 1802 aangekocht.

Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende, ofwel zo en invoegen dezelve aan comp(aran)ten in eigendom hebben toebehoord. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door desen, en de voorn(oemde) koopers en betaalers Jan Vlierman en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte.

Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) dezen benevens comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor de comp(aran)ten, omdat dezelven geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn klein zegel medegezegeld. Actum Heemse, den 23 dec. 1800 en vijff.

Folio 70
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren Jasper Zweers en Berend Zweers, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Egbert Centen en Egbert Welink en deszelvs huisvrouw Janna Heersmink, tutore marito. Dewelken verklaarden, voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan comparanten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen, aan Roelof Beenen te Aane, een hoekjen weide- of groengrond, kennelijk te Aane in dit Schoutämpt gelegen, zijnde in 1801 aangekocht. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende; ofwel zo en invoegen hetzelve aan comp(aran)ten in eigendom hebben toebehoord.

Doende zij comparanten daarvan bij desen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de kooper en betaaler Roelof Beenen en deszelvs erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) dezen benevens de comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor hun, omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 23 dec. 1800 en vijff.

Folio 70 en 70verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en Evert Bruins, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Jan Moleman en deszelvs huisvrouw Christina van Rechteren, tutore marito. Dewelken verklaarden, voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan comparanten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma te cedeeren, transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Jan Seinen en deszelvs huisvrouwe op ’t Holt, ongeveer drie dagwerken hooij- en zaaijland, genaamd de Huisstede op ’t Holt onder Collendoorn in dit Schoutämpt gelegen. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende, ofwel zo en invoegen dezelve goederen aan comp(aran)ten in eigendom hebben toebehoord. Doende zij comparanten daarvan door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door desen, en de koopers en betaalers Jan Seinen en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende, met belofte om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) dezen benevens de comp(aran)ten getekend en gezegeld. Actum Heemse, den 24 dec. 1800 en vijff.

Folio 70verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en J. Moleman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Jan Hend(rik) Willering te Heemse en deszelvs huisvrouw Geertruid Heidink, tutore marito. Verklarende zij comp(aran)ten voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien aan hun waren voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen aan de wed(uw)e en erfgenaamen van wijlen Derk Scholten te Reeze, eene koeweide op den Bruchtermarsch in dit Schoutämpt gelegen. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende. Doende zij comp(aran)ten daarvan bij deesen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door desen en de kooper en betaaler de wed(uw)e en erfgenaamen van wijlen D. Scholten, daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens de comp(aran)ten getekend en gezegeld, ook voor hun met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 71
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en Jan Moleman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd is, Hendrik Lotterman en deszelvs huisvrouwe Hillechien Willems, tutore marito. Dewelken verklaarden, voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan hun ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen, aan Jan Bouwhuis en deszelvs huisvrouw te Heemse, een mudde zaaijland, kennelijk gelegen op Timmers Esch te Heemse in dit Schoutämpt, in 1801 aangekocht. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende, ofwel zo en invoegen dezelve aan comp(aran)ten in eigendom hebbe toebehoord. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de koopers en betaalers Jan Bouwhuis en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) dezen benevens de comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor hun, omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, d. 24 december 1800 en vijff.

Folio 71 en 71verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en Jan Moleman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Hendrik Lotterman en deszelvs huisvrouwe Hillechien Willems, tutore marito. Verklarende zij comparanten, voor eene summa van kooppenningen, die aan hun den eersten met den laatsten van dien waren voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens, te cederen, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen aan Hendricus Lotterman en deszelvs huisvrouwe te Heemse, een huis met deszelvs grond en wheere, staande op den Brink te Heemse in dit Schoutämpt, in 1800 aangekocht. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende, ofwel zo en in diervoegen als hetzelve aan hun verkooperen in eigendom hebbe toebehoord. Doende zij comp(aran)ten daarvan alzo door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door desen, en de koopers en betaalers Hendricus Lotterman en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte om ook deeze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) deze benevens de comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd, en ze voorts ook voor hun, omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse den 24 december 1800 en vijff.

Folio 71verso en 72
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en Jan Moleman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd is Hendrik Lotterman en deszelvs huisvrouwe Hillegien Willems, tutore marito. Dewelken verklaarden voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan hun comp(aran)ten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteren en in vollen eigendom over te draagen aan Gerrit Otten en deszelvs huisvrouw te Heemse, drie schepel zaaijland kennelijk gelegen op Timmers Esch te Heemse in dit Schoutämpt, zijnde in 1801 aangekocht. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende, ofwel zo en invoegen hetzelve aan comparanten in eigendom hebbe toebehoord. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenise met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de koopers en betaalers Gerrit Otten en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende, met belofte om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) deze benevens de comparanten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor hun, om dat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 72
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en Jan Moleman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zij Jan Leeferts, woonächtig op ’t Collendoornerveen. Dewelke verklaarde voor een summa van kooppenningen, die aan hem, den eersten met den laatsten van dien, waren voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Hannes Heersmink en deszelvs huisvrouwe te Rheeze, eene koeweide op den Bruchter Marsch in dit Schoutämpt, in 1800 aangekocht. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende, ofwel zo en in diervoegen als dezelve aan hem verkooper hebbe toebehoord. Doende hij comp(aran)t daarvan alzo door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenamen daarvan ontërvende door desen, en de koopers en betaalers Hannes Heersmink en deszelfs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) deze benevens de comp(aran)t getekend, met mijn zegel bekrachtigd en ze voorts ook voor hem, omdat hij geen zegels en hadden, op hun verzoek met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 24 dec. 1800 en vijff.

Folio 72 en 72verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waren M. Bruins en Gerrit de Graaf, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Teunis Waterink en deszelvs huisvrouwe Janna Derks, tutore marito, en Derk Jan Waterink voor zich en naamens deszelvs huisvrouwe Janna Nijhoff. Dewelke verklaarden voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien aan comp(aran)ten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen, aan Albert Lenters en deszelvs huisvrouwe te Heemse, de gerechte halfscheid van vier dagwerken hooijland, genaamd den Oever, tegens over het hooijland den Brink, onder Heemse gelegen, grootendeels tiendbaar. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende; ofwel zo en invoegen dezelve aan comparanten in eigendom hebbe toebehoord. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door desen, en de voorn(oemde) koopers en betaalers Albert Lenters en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) dezen benevens de comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor hun, omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 24 decemb. 1800 en vijff.

Folio 72verso en 73
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en Gerrit de Graaf, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Herm(annu)s Vinke J.z. en des huisvrouw Stijntjen Bolks, tutore marito. Dewelken verklaarden voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien aan comp(aran)ten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen, aan Gerrit Otten en deszelvs huisvrouwe te Heemse, een half mudde zaaijland, kennelijk te Heemse gelegen, en één agtste gedeelte van een volle whaare in de markte van Heemse en Collendoorn, zijnde in 1802 aangekocht. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende; ofwel zo en invoegen dezelve aan comp(aran)ten in eigendom hebben toebehoord. Doende zij comparanten daarvan door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door desen, en de koopers en betaalers Gerrit Otten en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) dezen benevens de comparanten getekend, met mijn zegel bekrachtigd en ze voor hun, met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 24 decemb. 1800 en vijff.

Folio 73
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en Gerrit de Graaf, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Herm(annu)s Vinke J.z. en des huisvrouw Stijntjen Bolks, tutore marito. Dewelken verklaarden voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien aan comp(aran)ten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen, aan Roelof Everts en deszelvs huisvrouw te Heemse, eenen veenakker in de markte van Heemse, en een dito veene-akker in de markte van Reeze, beide in dit Schoutämpt, zijnde in 1802 aangekocht. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende, ofwel zo en invoegen dezelve aan comp(aran)ten in eigendom hebben toebehoord. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de voorn(oemde) koopers en betaalers Roelof Everts en deszelfs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) deze benevens de comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voor hun omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 24 dec. 1800 en vijff.

Folio 73verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en Gerrit de Graaf, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn H(ermannu)s Vinke J.z. en des huisvrouw Stijntjen Bolks, tutore marito te Heemse. Verklaarende zij comp(aran)ten voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan hun waren voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cedeeren, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen, aan Derk Lenters en vrouw te Heemse, ongeveer drie spind land, kennelijk te Heemse in dit Schoutämpt geleegen. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende, ofwel zo en in diervoegen als dezelve aan verkooperen hebben toebehoord. Doende zij comp(aran)ten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de koopers en betaalers Derk Lenters en vrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) deze benevens de comp(aran)ten getekend, en gezegeld, met mijn kleine zegel ook voor hun mede bekrachtigd. Actum Heemse, den 24 dec. 1800 en vijff.

Folio 73verso en 74
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en H.H. Timmerman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Klaas Uelderink en deszelvs huisvrouwe Geesjen Timmerman te Brucht, tutore marito. Verklaarende zij comp(aran)ten voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan hun waren voldaan en betaald, bij deesen in de meestbundigste forma landrechtens te cederen, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen aan Thijes Stegeman en deszelvs huisvrouw, een stukjen zaaijland, kenlijk te Brucht in dit Schoutämpt gelegen. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende, ofwel zo en in diervoegen als dezelve aan verkooperen hebben toebehoord. Doende zij comp(aran)ten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de koopers en betaalers Thijes Stegeman en vrouwe daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens de comp(aran)ten getekend en gezegeld, en ze voorts ook voor hun met mijn klein zegel medegezegeld. Actum Heemse, den 24 dec. 1800 en vijff.

Folio 74
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en H.H. Timmerman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Klaas Uelderink en deszelvs huisvrouw Geesjen Timmerman, tutore marito, te Brucht. Dewelken verklaarden, voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan hun waren voldaan en betaald, bij deesen in de meestbundigste forma landrechtens te cederen, transporteeren en in vollen eigendom over te dragen aan Hendrik (Wijgmink) en Hillechien Wijgmink, kinderen van H.L. Wijgmink en Jennegien Spijkerman, een half dagwerk hooijland, het Maatjen genaamd, gelegen aan den Bruchter Marsch. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende, ofwel zo en in diervoegen als dezelve aan verkooperen hebben toebehoord. Doende zij comp(aran)ten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de koopers en betaalers Hendrik en Hillegien Wijgmink, kinderen van H.L. Wijgmink en Jennigjen Spijkerman en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens de comp(aran)ten getekend en gezegeld, ook voor hun gezegeld met mijn klein zegel. Actum Heemse, den 24 dec. 1800 en vijff.

Folio 74verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en H.H. Timmerman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Klaas Uelderink en deszelvs huisvrouwe Geesjen Timmerman, tutore marito. Dewelken verklaarden, voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien aan hun waren voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cederen, transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Derk Jan Jentingen te Brucht, twee koeweiden op den Bruchter Marsch in dit Schoutämpt. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende, ofwel zo en in diervoegen als dezelve aan comp(aran)ten in eigendom hebben toebehoord. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de kooper en betaaler D.J. Jentingen en deszelvs erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens de comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor de comp(aran)ten, om dat dezelven geene zegels en hadden, op hun verzoek, met mijn klein zegel medegezegeld. Actum Heemse, den 24 dec. 1800 en vijff.

Folio 74verso en 75
Ik J.G. Pruim, Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waaren M. Bruins en H.H. Timmerman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Klaas Uelderink en deszelvs huisvrouwe Geesjen Timmerman, tutore marito. Verklaarende zij comp(aran)ten voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien aan hun waren voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cederen, transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Willem Derks en deszelvs huisvrouw te Brucht, een stukjen zaaijland, kenlijk te Brucht in dit Schoutämpt gelegen. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende, ofwel zo en in diervoegen als dezelve aan comp(aran)ten in eigendom hebben toebehoord. Doende zij comp(aran)ten daarvan door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de koopers en betaalers Willem Derks en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) deze benevens de comp(aran)ten getekend en gezegeld, ook voor hun met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, d. 24 dec. 1800 en vijff. Vanwege de uniformiteit der akten wordt verder volstaan met het weergeven van excerpten:

Folio 75
Comparanten Herm Hendrik Timmerman, Albert Braakman en diens echtgenote Geesjen Timmerman, tezamen wonend te Diffelen. Ze verklaren een hoekje goorenland – wat in 1799 was aangekocht – over te dragen aan Hendrik Schutte en echtgenote te Diffelen. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 75verso
Comparant de hooggeboren heer C(hristiaan) L(odewijk) graave van Rechteren tot Collendoorn. Hij verklaart de gerechte halfscheid van drie dagwerken hooijland, de Broekjes onder Heemse, over te dragen aan Fredrik Jans Nijboer te Stegeren. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 75verso en 76
Comparant de hooggeboren heer C(hristiaan) L(odewijk) graave van Rechteren tot Collendoorn. Hij verklaart de gerechte halfscheid van drie dagwerken hooijland, de Broekjes onder Heemse, over te dragen aan Hendrik Schutte te Diffelen. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 76 en 76verso
Comparanten Lucas Herms en Grietjen Brinkhuis, tutore marito, te Baalder. Ze verklaren één-achtste gedeelte van een volle whaare in de marke van Hardenberg en Baalder, over te dragen aan Egbert Hutten en echtgenote te Baalder. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 76verso
Comparanten Egbert Hutten en echtgenote Zwaantjen Hutten te Baalder. Ze verklaren de katerstede den Dijkgaarden te Baalder, over te dragen aan Derk Lucas of wel nu zijn erfgenamen. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 76verso en 77
Comparanten Jan Willemsen Scheur en echtgenote Hillegien Reints te Baalder. Ze verklaren de katerstede het Engberts te Baalder over te dragen aan Clara Stolte, weduwe van Riemsdijk. De katerstede bestaat uit een woonhuis en gaarden met de daarbij behorende Warnersgaardentje, een daarbij gelegen dagwerk hooiland en een vierendeel van een volle whaare in de marke van Hardenberg en Baalder Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 77 en 77verso
Comparanten Hendrik Lubberts en echtgenote Hendrikjen Assen op ’t Meijerink te Anevelde. Ze verklaren twee dagwerken hooiland, gelegen te Holtheme en in 1803 aangekocht, over te dragen aan Gerrit Kwant en echtgenote te Holtheme. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 77verso
Comparanten Hannes Nijsink en echtgenote Aaltjen Hilverdink te Brucht. Ze verklaren een dagwerk hooiland in ’t Vosmaatjen te Holtheme over te dragen aan Hendrik Bosman en echtgenote te Radewijk. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 78
Comparante Fennegien Raafkes, weduwe van wijlen Derk Meijerink, voor zich en als moeder en wettige voogdes over haar minderjarige kinderen, onder assistentie van M. Bruins als mombaar. Ze verklaart een tiende gedeelte van een volle whaar uit het erve Amsink te Brucht over te dragen aan de weduwe en kinderen van wijlen Gerrit Jan Richterink te Brucht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 78 en 78verso
Comparanten Willem Derks en echtgenote Janna Berends. Ze verklaren één tiende en één vierde uit een vierde van een volle whaar uit ’t erve Amsink te Brucht over te dragen aan Geertjen Oldewaterink, weduwe van wijlen Gerrit Jan Richterink. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 78verso
Comparante Geertjen Oldewaterink, weduwe van wijlen Gerrit Jan Richterink te Brucht, voor zich en als moeder en wettige voogdes over haar minderjarige kinderen, onder assistentie van G.J. Oldewaterink als mombaar. Ze verklaart één-achtste gedeelte van een volle whaar uit het erve Nijsink te Brucht over te dragen aan Willem Derksz en echtgenote te Brucht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 79
Comparante Geertjen Oldewaterink, weduwe van wijlen Gerrit Jan Richterink te Brucht, voor zich en als moeder en wettige voogdes over haar minderjarige kinderen, onder assistentie van G.J. Oldewaterink als mombaar. Ze verklaart één derde uit een vierde van een volle whaar uit het erve Geertman te Brucht over te dragen aan de weduwe en kinderen van wijlen Derk Meijerink te Brucht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 79 en 79verso
Comparant Ds. H.H. ter Poorten, voor zich en als gevolmachtigde van H. Groskamp; voorts Gerrit Raben, F. Amsink, D.J. Jentingen en Jan Waterink. Ze verklaarden 27/52e gedeelte van één-vierde gedeelte van een volle whaar van ’t erve Amsink te Brucht over te dragen aan de weduwe en erfgenamen van wijlen Gerrit Jan Richterink te Brucht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 79verso
Comparanten M. Bruins en echtgenote M. van Munster. Ze verklaren twee veenakkers op het Rheezerveen over te dragen aan Evert Gerrits en echtgenote te Heemse. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 80
Comparanten Marten Bruins en echtgenote Maria van Munster. Ze verklaren één en één-vierde dagwerken hooiland, het Poesmaatjen op de Haandrik, aangekocht in 1802, over te dragen aan Roelof Beenen te Ane. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 80 en 80verso
Comparanten Marten Bruins en echtgenote Maria van Munster. Ze verklaren een veenakker in ’t Rheezerveen over te dragen aan Roelof Everts en echtgenote te Heemse. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 80verso
Comparant Schout J.G. Pruim te Hardenberg. Hij verklaart een achtste gedeelte van een volle drijfwhaare in de Aner marke over te dragen aan Asse Wolters op ’t Nijeboer te Lutten, zoals hetzelve door hem op 22 juli 1805 bij publieke veilinge was aangekocht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 81
Comparant Schout J.G. Pruim te Hardenberg. Hij verklaart een achtste gedeelte van een volle drijfwhaare in de Aner marke over te dragen aan de weduwe van wijlen Roelof Waaijman en erfgenamen, zoals hetzelve op 22 juli 1805 bij publieke veilinge was aangekocht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 81 en 81verso
Comparant Schout J.G. Pruim te Hardenberg. Hij verklaart een vierde gedeelte van een volle drijfwhaare in de Aner marke over te dragen aan Zwaantjen Mast te Ane, zoals hetzelve op 22 juli 1805 bij publieke veiling was aangekocht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 81verso
Comparant Schout J.G. Pruim te Hardenberg. Hij verklaart een vierde gedeelte van een volle drijfwhaare in de Aner marke over te dragen aan Albert Beltman en echtgenote te Ane, zoals hetzelve op 22 juli 1805 bij publieke veiling was aangekocht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 82
Comparant Schout J.G. Pruim te Hardenberg. Hij verklaart een vierde gedeelte van een volle drijfwhaare in de Aner marke over te dragen aan H(ermannu)s Crull en echtgenote, zoals hetzelve op 22 juli 1805 bij publieke veiling was aangekocht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 82 en 82verso
Comparanten Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman. Ze verklaren twee en een half dagwerk hooiland, het Vreê onder Heemse, in 1803 aangekocht, over te dragen aan Thijes Stegeman en echtgenote te Brucht. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 82verso
Comparanten Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman. Ze verklaren een stukje zaailand, het Vreêgjen onder Heemse, over te dragen aan Gerrit ten Brinke en echtgenote te Heemse. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 83
Comparanten Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman. Ze verklaren een half dagwerk hooiland te Baalder, in 1803 aangekocht, over te dragen aan Harmen Hakkers en echtgenote te Baalder. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 83 en 83verso
Comparanten Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman. Ze verklaren drie-vierde gedeelte van twee koeweiden op ’t Holt onder Collendoorn en daarbij behorende twee stukjes land aldaar, over te dragen aan Marten Bruins en echtgenote. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 83verso
Comparanten Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman; Marten Bruins en echtgenote Maria van Munster, tutore marito. Ze verklaren een stukje land in ’t zogenaamde Kampjen op ’t Holt, tussen het land van J. Moleman en Teunis Vinke, over te dragen aan Scholtus J.G. Pruim. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 84
Comparanten Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman; Marten Bruins en echtgenote Maria van Munster, tutore marito. Ze verklaren twee stukken zaailand, tezamen groot twee mudden, tiendbaar, gelegen op ’t Holt, op ’t zogenaamde Esjen onder Collendoorn, over te dragen aan Jan Seinen en echtgenote op ’t Holt. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 84 en 84verso
Comparanten Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman; Marten Bruins en echtgenote Maria van Munster, tutore marito. Ze verklareneen stukje land, groot twee schepel, tussen ’t land van J. Moleman en de wed. Amsink op ’t Holt te Collendoorn, over te dragen aan Hannes Nijsink en echtgenote te Heemse. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 84verso
Comparanten Klaas Westerman en R. Vassen te Lutten. Ze verklaren twee hoekjes veldgrond onder Veltinckveld, in 1802 aangekocht, over te dragen aan Clara Stolte, weduwe van Riemsdijk te Hardenberg. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 85
Comparanten Harmen Balderhaar en echtgenote Miena Ymhof, tutore marito. Ze verklaren een half woonhuis met deszelfs grond en wheere, waarvan de wederhelft aan kopers toebehoord, staande en gelegen te Brucht, over te dragen aan Jasper Zweers en echtgenote. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 85 en 85verso
Comparanten Albert Vassen en echtgenote Jennegien Poest te Lutten. Ze verklaren een katerstede te Lutten over te dragen aan Gerrit Jansen en Jan Hendrik Odink te Collendoorn, ieder voor de helft. De katerstede bestaat uit het woonhuis, grond en wheere, gooren-, groen- en zaailand daarbij behorende, met het recht van turfsteken voor eigen provisie op ’t slag bij ’t erve Wilpshaar. Actum Heemse, den 24 december 1800 en vijff.

Folio 85verso
Comparanten Gerrit Westerman en echtgenote Hermtien Nijmeijer. Ze verklaren een half dagwerk hooiland te Anevelde over te dragen aan Hendrik Strijper en echtgenote. Actum Heemse, den 25 december 1800 en vijff.

Folio 86
Comparante Aaltjen Schottink, weduwe van wijlen Derk Raatmink, voor zich en als moeder en wettige voogdes voor haar minderjarige kinderen, als wettige erfgenamen van wijlen Jan Jacobs te Rheeze. Ze verklaart drie mudden zaailand, genaamd den Beltkamp te Rheeze, over te dragen aan Jan Everts en echtgenote te Rheeze. Het zaailand was door wijlen Evert Derks in 1796 van wijlen Jan Jacobs aangekocht. Actum Heemse, den 25 december 1800 en vijff.

Folio 86 en 86verso
Comparanten burgemeester R. Santman en echtgenote J.E. Rustenberg. Ze verklaren de katerstede het Holtmans te Brucht over te dragen aan Willem Derks en echtgenote te Brucht. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 86verso
Comparanten burgemeester Rutger Santman en echtgenote J.E. Rustenberg te Hardenberg. Ze verklaren twee veenakkers, gelegen op ’t slag van Hulzebosch in de Heemser marke, over te dragen aan Derk Odink en echtgenote Berendiena Rustenberg. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 87
Comparanten burgemeester R. Santman en echtgenote J.E. Rustenberg. Ze verklaren een koeweide op ’t Laage Holt, in 1801 aangekocht, over te dragen aan Willem van Loo en echtgenote te Hardenberg. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 87 en 87verso
Comparanten burgemeesters R. Santman en F. Bussemaker te Hardenberg, als gevolmachtigden van de kinderen van B.H. Bussemaker. Ze verklaren een koeweide op ’t Leege Holt, over te dragen aan Hermen Dudink en echtgenote te Hardenberg. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 87verso
Comparanten Lucas Bileveld en echtgenote Zwaantjen Hoffsink, en Hendrik Meijerink en echtgenote Aaltjen Bileveld, tezamen wonend te Hardenberg. Zij verklaren een hoek goorengrond, zijnde de Legen einde van het Bosch-stukke, gelegen te Ane, over te dragen aan Willem Willink en echtgenote te Ane, zoals hetzelve in 1795 reeds door hen was aangekocht. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 88
Comparanten Hendrik Bosman en echtgenote Jutjen Velsink te Radewijk. Zij verklaren ongeveer twee en een half dagwerk hooiland in de Veldmaaten te Brucht, in 1799 aangekocht, over te dragen aan Hannes Nijsink en echtgenote aldaar. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 88 en 88verso
Comparant Luggert Slotman te Bergentheim. Hij verklaart twee dagwerken hooiland in de Vetweide te Brucht over te dragen aan Gerrit Jan Oldewaterink en echtgenote te Brucht. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 88verso
Comparant Jan Egbertdink te Anevelde. Hij verklaart een dagwerk hooiland in ’t Baalderhag, mandelig met anderen aldaar, over te dragen aan Hermen Hakkers en echtgenote te Baalder. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 89
Comparant Jan Egbertdink te Anevelde. Hij verklaart een dagwerk hooiland in het Baalder-hag, mandelig met anderen aldaar, over te dragen aan Albert Blanckvoort en echtgenote te Baalder. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 89 en 89verso
Comparanten Gerrit de Graaf en echtgenote Geertruid Brand te Heemse. Zij verklaren een stukje zaailand, het Wendjen, en een stukje land, het Groote Wendjen, tezamen drie en een half schepel land, gelegen te Anevelde, over te dragen aan Hendrik Strijper te Anevelde. Actum Heemse, den 26 december 1800 en vijff.

Folio 89verso
Comparanten R. Santman, B. Oeverman, Jasper Zweers (deze voor de halfscheid) en J. Moleman tezamen met en benevens Berend Moleman, erfgenamen van wijlen Marten van Delden te Zwolle. Zij verklaarden een half dagwerk hooiland op de Haandrik over te dragen aan Berend Moleman en echtgenote te Hardenberg. Dit land was in 1795 aangekocht van Marten van Delden. Actum Hardenbergh, den 27 december 1800 en vijff.

Folio 90
Comparant Antonij Santman te Hardenberg. Hij verklaart een dagwerk hooiland in de Legen Esch te Heemse, reeds in 1797 aangekocht, over te dragen aan Seine Bolks en echtgenote te Heemse. Actum Hardenbergh, den 27 december 1800 en vijff.

Folio 90 en 90verso
Comparanten Hannes Nijsink en echtgenote Berendiena Rustenberg te Heemse. Ze verklaarden twee en een half dagwerk hooiland, het Vreê genaamd, gelegen te Heemse, aangekocht in 1800, over te dragen aan Jasper Zweers en echtgenote te Hardenberg. Actum Heemse, den 27 december 1800 en vijff.

Folio 90verso
Comparanten Derk Santman J.z. en echtgenote Jennechien Rustenberg. Zij verklaarden een en een half dagwerk hooiland in de Waaijmans Langenhorst te Ane, over te dragen aan Gerrit Jan Schrotenboer en echtgenote te Heemse. Actum Heemse, den 27 december 1800 en vijff.

Folio 91
Comparanten Hermtien Beenen, weduwe van G. Everts en haar zoon Hendricus Gerrits. Zij verklaarden een stuk zaailand, genaamd den Velsink korten Berg te Heemse, in 1798 gekocht, over te dragen aan Gerrit Otten en echtgenote te Heemse. Actum Heemse, den 27 december 1800 en vijff.

Folio 91 en 91verso
Comparanten Geert Buiter en echtgenote Aaltjen Snijders. Zij verklaarden twee dagwerken hooiland in de Russchen-Maat onder Gramsbergen, over te dragen aan Herm Klingenberg en echtgenote te Den Velde. Het land was bij publieke veiling op 6 mei 1805 reeds gekocht. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 91verso en 92
Comparanten Geert Buiter en echtgenote Aaltjen Snijders te Den Velde. Zij verklaarden ongeveer twee dagwerken hooiland, de Russchen Maat te Gramsbergen, over te dragen aan Hendrik Lamberts en echtgenote te Den Velde, zoals hetzelve op 6 mei 1805 bij publieke veiling was aangekocht. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 92
Comparanten Evert Tibert en echtgenote Hermina Engberts te Wielen in ’t graafschap Bentheim. Zij verklaarden drie stukjes hooiland in ’t Hamelbeltjen, Schollemaate en den Plas, tezamen ongeveer een en een half dagwerk hooiland te Baalder, over te dragen aan Hermen Hakkers en echtgenote. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 92 en 92verso
Comparant G.J. Pruim, stadsschoolmeester te Hardenberg, als gevolmachtigde van mevrouw Mechteld Johanna Geertruid de Famars, geboren Vriesen, luid volmacht voor burgemeesters der stad Zwolle van 23 december 1805. Hij verklaart in volmacht vier dagwerken, ofwel een gerecht derde part in twaalf dagwerken hooiland in de Meene, over te dragen aan Scholtus J.G. Pruim te Hardenberg. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 93
Comparant vrouwe Clara Stolte, weduwe van Riemsdijk te Hardenberg, onder assistentie van J.W. Fuhrmann als mombaar. Zij verklaart twee-derde van een-derde uit een vierde van een volle whaare uit ’t erve Nijsink te Brucht over te dragen aan de weduwe en kinderen van wijlen Derk Meijerink te Brucht. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 93 en 93verso
Comparant vrouwe Clara Stolte, weduwe van Riemsdijk te Hardenberg, onder assistentie van J.W. Fuhrmann als mombaar. Zij verklaart twee-derde van een-derde uit een vierde min een tiende van een volle whaare uit ’t erve Amsink te Brucht over te dragen aan de weduwe en kinderen van wijlen Gerrit Jan Richterink te Brucht. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 93verso
Comparanten Thijes Kremer en echtgenote Geertruid Pootman te Hardenberg. Zij verklaren twee dagwerken hooiland in de Veldingermaaten en een schepel zaailand op den Kijftskamp over te dragen aan Gerrit Jan Kleinekijft. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 94
Comparant Thijes Kremer te Hardenberg, als gevolmachtigde van J.H. Mazier te Zwolle. Hij verklaart twee dagwerken hooiland in de Voorste Klokkebuul over te dragen aan Seine Bolks en Roelof Everts te Heemse, ieder voor de helft. Actum Hardenbergh, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 94 en 94verso
Comparanten Hendrik Hoffsink en echtgenote Hendrica Meijerink. Zij verklaren een dagwerk hooiland in de Telgte te Brucht over te dragen aan Egbert Geertman en echtgenote te Heemserveen. Actum Hardenbergh, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 94verso
Comparanten Harm Hakkers en echtgenote Hendrikjen Harms te Baalder. Zij verklaren de door hun van Lucas Roelofs en vrouw te Holtheme voor enkele jaren geleden aangekochte sloptiende van elf schepel koren per jaar, gaande uit de erven Wilsphaar, Leemgraven en Koning te Holtheme, bestaand uit vijf en een half schepel rogge en vijf en een half schepel gerst, over te dragen aan Evert Tiebert en echtgenote Hermina Engberts te Wielen. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 95 en 95verso
Comparant Lubbert Stoeten te Rheeze, als gevolmachtigde van de heer Hendrik Hoogklimmer te Bentheim. Hij verklaart in volmacht de helft van de havezate Venebrugge over te dragen aan de heer Lucas Hoenderken en echtgenote te Hardenberg. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff. In exhibitum: Compareerde voor mij Jan Willem Hendrik Buch, richter van Bentheim en Schuttorf, de heer Hendrik Hoogklimmer, rentmeester van de Hooggraaflijke Domainen en de kerkelijke goederen, hier woonagtig, verklaarende mits deesen volmagtig te maaken Lubbert Stoeten te Reese, omme uit naam van comparant overdragt te doen aan de heer L. Hoenderken te Hardenberg, van de halfscheid van de Hoovezaat Veenebrugge, door hem constituant voor de summa van f. 4000,- verkogt zijnde, hebbende de kooper reeds f. 2000,- daarop betaald. Geevende hij comparant aan den geconstitueerden alle magt, welke volgens costume locaal hiertoe zal vereischt worden, houdende dezelve als woordelijk hier geinsereerd. Alles onder de gewoonlijke clausulen, rati, grati, indemnitatis, onder verband van persoon en goederen. In oirkonde hebbe ik richter voornoemd dezen neffens den comparanten onderteekend en bezeegeld en door den actuaris laaten contrasigneren. Actum Bentheim, den 27ten december 1805.

Folio 95verso
Comparant Marten Bruins, verwalter scholtus van ’t gericht Hardenberg, als gevolmachtigde van Hendrik Hoogklimmer, ofwel van diens schoonzoon de heer Friedrich Samuel Martens te Ibbenbüren. Hij verklaart in volmacht een gerecht derde gedeelte van de tiende uit het erve Stoeten te Rheeze over te dragen aan Lubbert Stoeten en echtgenote te Rheeze. Met exhibitum. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 96 en 96verso
Comparante Derkjen Holtman, weduwe en boedelhoudster van wijlen Hillebrand Amsink, onder assistentie van G.J. Schrotenboer als mombaar. Zij verklaart drie dagwerken hooiland te Holtheme, het Spijk genaamd, over te dragen aan Jacob Siegers in ’t Laar, zoals de goederen bij publieke veiling op 16 oktober 1804 waren aangekocht. Actum Heemse, den 27 december 1800 en vijff.

Folio 96verso
Comparante Derkjen Holtman, weduwe en boedelhoudster van wijlen Hillebrand Amsink, onder assistentie van G.J. Schrotenboer als mombaar. Zij verklaart ruim of ongeveer drie dagwerken hooiland, het Boesemeer of Klokkebuul te Heemse, zoals hetzelve op 16 oktober 1804 bij publieke veiling is aangekocht, over te dragen aan J.G. Pruim en diens kinderen en erfgenamen. Actum Heemse, den 27 december 1800 en vijff.

Folio 97
Comparant Marten Bruins te Heemse, als gevolmachtigde van J.G. Darmois te Coevorden. Hij verklaart in volmacht aan de weduwe en erfgenamen van wijlen Gerrit Jacobs te Rheeze over te dragen: het tweede en vierde perceel van de op 12 april 1803 bij publieke veiling verkochte vaste goederen van het erve de Willinkhaar te Ane, bestaand uit de schuur met de grond waarop het staat, drie stukken gaarden- en zaailand, een achtste van een volle whaare in de marke van Ane en nog het Waaijinkland, groot ongeveer vier dagwerken. Actum Heemse, den 28 december 1800 en vijff.

Folio 97 en 97verso
Comparant Cornelis Hartzuiker, woonachtig onder ’t Avereest. Hij verklaart drie schepel zaailand in de Aner Vooresch over te dragen aan Hendrik Koenders te Ane. Actum Heemse, den 29 december 1800 en vijff.

Folio 97verso
Comparanten Berend Moleman en echtgenote Elizabeth Egberdink. Zij verklaren een half dagwerk hooiland, het Poesmaatjen te Ane, in 1801 aangekocht, over te dragen aan Roelof Beenen te Ane. Actum Heemse, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 98
Comparant Derk Odink te Heemse, als gevolmachtigde van jonkvrouwe L.A. Voltelen te Zwolle. Hij verklaart in volmacht twee stukken zaailand op ’t Holt te Collendoorn over te dragen aan Gerrit Derks en echtgenote op ’t Holt. Actum Hardenbergh, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 98 en 98verso
Comparanten Gerrit Oosterhof en echtgenote Geertruid Nijsink te Hardenberg. Zij verklaren ongeveer vijf schepel zaailand op ’t Nijeland te Brucht over te dragen aan Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman te Hardenberg, zoals hetzelve door hen op 22 juli 1805 bij publieke veiling was aangekocht. Actum Hardenbergh, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 98verso en 99
Comparant Fred. Bussemaker als gevolmachtigde van Dr. H. Middendorp te Steenwijk. Hij verklaart in volmacht twee stukjes zaailand, den Oldengaarden, een stuk zaailand op den Molenkamp, een stuk zaailand op de Esch en een stuk zaailand, het Hekstuk genaamd, over te dragen aan Gerrit Derks op ’t Seinen op ’t Holt. Actum Heemse, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 99
Comparanten J. van Foreest en D. Odink. Zij verklaren een hoekje land tussen de Toeslag van G. Hofsink en de Hessenweg, over te dragen aan G. Hoffsink te Hardenberg, zoals hetzelve op 4 juni 1805 ten overstaan van het gericht van de markegenoten van Heemse en Collendoorn is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 99verso
Comparanten J. van Foreest en D. Odink. Zij verklaren een hoekje land, liggend met de oostkant aan het land van G. Otten en met de westzijde aan de gemene weg, over te dragen aan Gerrit Arends en echtgenote te Heemse, zoals hetzelve op 4 juni 1805 ten overstaan van het gericht van de markegenoten van Heemse en Collendoorn is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 99verso en 100
Comparanten J. van Foreest en D. Odink. Zij verklaren een hoekje land, tussen het land van de koper en de gemene weg te Heemse, over te dragen aan mevrouw de douairière van Raesfelt tot Heemse, zoals hetzelve op 4 juni 1805 ten overstaan van het gericht van de markegenoten van Heemse en Collendoorn is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 100 en 100verso
Comparanten de hoogwelgeboren heer Jacob van Foreest voor zich en namens diens echtgenote de hoogwelgeboren vrouwe Maria Clara van Foreest, gravin van Rechteren. Hij verklaart een dagwerk hooiland, gelegen in de vier dagwerken te Heemse, in 1800 aangekocht, over te dragen aan Albert Lenters en echtgenote te Heemse. Actum Hardenbergh, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 100verso
Comparanten Jan Willem Weitkamp en echtgenote Sophia Veenebrugge. Zij verklaren een half dagwerk hooiland in de Blanckvoortsmaat te Den Velde, in 1796 van wijlen Jan Vinke aangekocht, over te dragen aan Gerrit Regtuit en echtgenote te Den Velde. Actum Hardenbergh, den 30 december 1800 en vijff.

Folio 100verso en 101
Comparant H.J. Crass, woonachtig in ’t Laar, als gevolmachtigde van de erfgenamen van wijlen de heer W.H. van Voss. Hij verklaart in volmacht ongeveer twee schepel zaailand op den Wekenhorst onder Holtheme, over te dragen aan Albert Bril in ’t Laar. Actum Heemse, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 101
Comparant H.J. Crass, woonachtig in ’t Laar, als gevolmachtigde van de erfgenamen van wijlen de heer W.H. van Voss. Hij verklaart in volmacht een dagwerk hooiland in de Kloekers-maate over te dragen aan Gerrit Kwant en echtgenote te Holtheme. Actum Heemse, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 101verso
Comparant H.J. Crass, woonachtig in ’t Laar, als gevolmachtigde van de erfgenamen van wijlen de heer W.H. van Voss. Hij verklaart in volmacht een mudde zaailand op de Wekenhorst onder Holtheme, over te dragen aan Hermen Twenteker in ’t Laar. Actum Heemse, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 101verso en 102
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh, cum annexis, doe hier mede te weten dat ik bij resolutie van ’t Departementaal Bestuur van Overijssel op den 15 juli 1805 geauthoriseerd ben om aan Karel Veenebrugge, van gerichtswegen te transporteren, het door denzelven op den 1 novemb. 1803 aangekochte parceel der Nationaale Domeinen, zijnde het negenenvijftigste, en bestaande in de erfpacht ad zeven guldens van de Veenebrugge. Weshalven ik Scholtus voorn(oemd), uit naame ende van wegens het Departementaal Bestuur voorz(eid) kracht dezes aan gem(elde) kooper en betaaler Karel Veenebrugge, in vollen eigendom cedere, transportere en overdrage, de erfpacht voorzeid, met zodanig recht, lusten en lasten, als daartoe behorende is, en bij de conditien van verkoop wordt vermeld, en voorts zo en ten einde als naar rechten. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), dezen gepasseerd, getekend en gezegeld, ter praesentie van keurnooten die waaren Fredrik Zweers en Alb(er)t Everts. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 102
Scholtus J.G. Pruim, daartoe geautoriseerd door het Departementaal Bestuur van Overijssel, draagt het zestigste perceel, een uitgang van zes guldens en acht stuivers uit het erve Vrijlink te Rheeze, over aan Lubbert Stoeten aldaar, zoals het op 1 november 1803 van de Nationale Domeinen is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 102 en 102verso
Scholtus J.G. Pruim, daartoe geautoriseerd door het Departementaal Bestuur van Overijssel, draagt het negenenvijftigste perceel, een uitgang van zes gulden, dertien stuivers en acht penningen uit het erve Wannemerink te Loozen, over aan Harmen Gerrit Zwijze, zoals het op 1 november 1803 van de Nationale Domeinen is aangekocht.. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 102verso
Scholtus J.G. Pruim, daartoe geautoriseerd door het Departementaal Bestuur van Overijssel, draagt het zesentwintigste perceel, een uitgang van vier mudden rogge en vier mudden gerst, gaande uit het erve Junnink of Hannink te Brucht, over aan Gerrit Stoeten, zoals het op 1 november 1803 van de Nationale Domeinen is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 103
Scholtus J.G. Pruim, daartoe geautoriseerd door het Departementaal Bestuur van Overijssel, draagt het achtenvijftigste perceel, een uitgang van zeven gulden, tien stuivers en vier penningen uit het erve Waterink te Ane, over aan R. van Langen en erfgenamen J. van Muiden, zoals het op 1 november 1803 van de Nationale Domeinen is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 103 en 103verso
Scholtus J.G. Pruim, daartoe geautoriseerd door het Departementaal Bestuur van Overijssel, draagt het zevenenvijftigste perceel, een uitgang van acht guldens uit het erve Marle of Loshare bij den Hardenberg, over aan Willem Loshaar, zoals het op 1 november 1803 van de Nationale Domeinen is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 103verso
Scholtus J.G. Pruim, daartoe geautoriseerd door het Departementaal Bestuur van Overijssel, draagt het vijfentwintigste perceel, een uitgang van een mudde, twee schepel rogge en een mudde drie schepel gerst, in geld zes guldens, twaalf stuivers, gaande uit het erve Bartholdink te Ane, eigendom van Hendrik Molckenbour, over aan R. van Langen, zoals het op 1 november 1803 van de Nationale Domeinen is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 103verso en 104
Scholtus J.G. Pruim, daartoe geautoriseerd door het Departementaal Bestuur van Overijssel, draagt het zesenvijftigste perceel, een uitgang in geld ad acht guldens jaarlijks, gaande uit het erve Hobertink te Ane, over aan L. Linthorst te Zwolle, zoals het op 1 november 1803 van de Nationale Domeinen is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 104
Scholtus J.G. Pruim, daartoe geautoriseerd door het Departementaal Bestuur van Overijssel, draagt het vierendertiste perceel, de zogenaamde Voorslag te Diffelen, over aan Engbertus Zweers te Hardenberg, zoals het in december 1801 van de toen verkochte Nationale Domeinen is aangekocht. Actum Hardenbergh, den 31 december 1800 en vijff.

Folio 104verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh, cum annexis, bij resolutie van ’t Departementaal Bestuur van Overijssel, de dato den 29 maart 1803, geauthoriseerd zijnde om de in december 1801 verkochte onder dit Schoutämpt gelegene, toen richtig betaald zijnde Nationaale Domeinen, aan de respective koopers landcedelijk van gerichtswegen te transporteren, en de koopers alzo in den eigendom van dien te vestigen. Zoo is het dat ik Scholtus voornoemd, uit naame ende van wegens ’t Departementaal Bestuur voorz(eid), kracht dezes, aan mij J.G. Pruim zelve, in vollen eigendom cedeere, transportere en overdrage, het door mij in decemb. 1801 aangekochte van voorz. Domeinen, zijnde het vijfendertigste parceel, en bestaande in de drijfwhaare te Aane. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien daarbij en aangehorende, ofwel zo en in diervoegen als bij de conditien van verkoop wordt vermeld. Doende daarvan p.q. alzo door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; en den kooper en betaaler voorz. Daar wederom aanërvende; met belofte om ook deze cessie en overdragte te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn. dezen gepasseerd, getekend en gezegeld, ter praesentie van keurnooten, die waren Fredrik Zweers en Albert Evers. Actum Hardenbergh, d. 31 december 1800 en vijff.

Folio 104verso en 105
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh, cum annexis, doe hiermede van Gerichtswegen te weten dat op den 28 augustus 1805 door Provisooren van het huis der Weezen der Stad Zwolle, op authorisatie van de Magistraat dier Stad, bij publijcque veilinge ten overstaan dezes gerichts verkocht, en door de heer Jacob van Foreest tot Collendoorn aangekocht is, de thiende grof en smal, uit het vanouds genoemde erve Oostermink te Heemse. En vermids de kooper voorz(eid), de daarvoor beloofde kooppenningen ad eenduizend vierhonderd guldens, ten genoegen aan desen Gerichte heeft voldaan. Zo is’t dat ik Scholtus voorn(oemd) en keurnooten die waren Fredrik Zweers en Albert Everts, op instantie van de heere kooper voorz(eid), ex officio, bij deze mijnen opene brieve, aan gem(elde) heer Jacob van Foreest en deszelvs ehe-vrouwe, cedere, transportere en in vollen eigendom overdrage, de thiende grof en smal uit het vanouds genaamde erve Oostermink te Heemse bovengemeld; ende zulks met alzodanig recht, lusten en lasten, en in zoodane nature en grootte, als dezelbe bij het Huis der Weezen voorn(oemd) in eigendom bezeten is; alles ingevolge de conditien van verkoop, onder dezen Gerichte berustende, en voorts zo en als naar rechten. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), dezen eigenhandig getekend en gezegeld. Actum Hardenbergh, d. 31 december 1800 en vijff.

Folio 105 en 105verso
Comparanten Gerrit Hakkers en diens zoon Harmen Hakkers en echtgenote Hendrikjen Harms, allen wonend te Baalder. Zij verklaren het woonhuis en getimmerte, grond en wheere en daarbij gelegen kamp zaailand, staande en gelegen te Loozen, met een vierde van een volle whaare in de marke van Loozen, over te dragen aan Jan Volkerink. Het verkochte huis werd bewoond en was in gebruik bij Jan Geugies cum uxore te Loozen. Actum Heemse, d. 31 december 1800 en vijff.

Folio 105verso
Comparanten Cornelis Hartzuiker en echtgenote Grietjen Jans, woonachtig op den Vogelzang onder ’t Avereest. Zij verklaren voor en somma van f. 1200,- te hebben verkocht aan Roelof Arends Steenbergen en Albert Jans Steenbergen te Zuidwolde, hun eigendommelijk één-derde van drie-vierde gedeelten in de veeneplaats op ’t Rheezer Achterveld. Actum Heemse, den 8 april 1800 en zes.

Folio 105verso en 106
Comparant Roelof Bartels van Zuidwolde. Hij verklaart een hoek hooiland gelegen aan de Lutter beeke over te dragen aan Lucas Jans Barterink en Herm Geerts Mulder te Zuidwolde. Actum Heemse, den 28 april 1800 en zes.

Folio 106 en 106verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waren J.H. Zweers E.zn. en Jan Lotterman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd is Fennegien Hermsen, weduwe van wijlen Jan van Beerse, tans wonende te Coeverden, pro se en als weduwe en boedelhoudersche van gem(elde) haaren man, onder adsistentie van D.J. Kremer, als haaren verzochten en geadmitteerden mombaar. Verklaarende zij comp(aran)te pro se et q.p., voor eene summa van kooppenningen, die den eersten met den laatsten van dien, aan haar ten genoegen voldaan en betaald zijn, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cederen, te transporteren en in vollen eigendom over te dragen, aan de erven van wijlen J. Harsevoort te Diffelen, ofwel nu aan de diaconie of armenstaat van Heemse, haar comp(aran)tes en wijlen ehemans katersplaatsjen, kenlijk onder Reeze gelegen, door gem(elde) J. Harsevoort op d. 22 juni 1799 aangekocht. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende. Doende zij comp(aran)te pro se et q.p. daarvan alzo door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde, haar en hunne erfgenaamen daarvan door dezen ontërvende en de voorz(eide) diaconie daar wederom aanërvende; belovende ook deze cessie ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Met wijdere verklaaring, dat zij comp(aran)te pro se et q.p. kracht dezes magtig maakte haaren zoon Gerrit van Beerse, om na dat van wegens de diaconie voorz(eid), het door haar en haaren wijlen man, ten voorz(eide) dage van gem(elde) J. Harsevoort gekochte katersplaatsjen te Diffelen landcedelijk zal zijn getransporteerd, hetzelve als dan aan den tegenswoordigen kooper Hermannus Lambers te Diffelen en deszelvs vrouw, naamens haar en in voorz(eide) qualiteit te transporteren, als naar rechten. Des ten oirkonde, hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens comp(aran)te en derzelver mombaar getekend, met mijn zegel bekrachtigd en ze voor hun, op hun verzoek, met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh, d. 5 meij 1800 en zes.

Folio 106verso en 107
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten die waaren J.D. Zweers en Albert Everts, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Harmen Brink, Egbert Regtuit, Hendrik Regtuit, Jan Regtuit, Gerrit ten Brinke en Hend. Kampman, pro se en als gevolmagatigde en namens Berendjen Strooman, Teunis Maspheerd, Jan Bouwhuis en Jan Hend. Regtuit; verklaarende zij comparanten voor eene summa van tweehonderd guldens ad 21 stuivers ’t stuk, die den eersten met den laatsten van dien, ten geneogen voldaan en betaald zijn, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cederen, transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Egbert Derksz en deszelvs huisvrouwe te Reeze, vier een een half schepel tiendvrij zaaijland, kenlijk te Reeze op den zogenaamden Timmermanskamp aldaar, tusschen het land van Warmink en Scholten gelegen; ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende, ofwel zo en in diervoegen als zulks aan verkooperen in eigendom heeft toebehoord en bij de conditien van verkoop wordt vermeld, die men hier zooveel mogelijk inhaereerd. Doende zij comparanten p.q. daarvan door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende door dezen, en de koopers en betaalers Egbert Derksz en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens comp(aran)ten getekend, met mijn zegel bekrachtigd en ze voorts ook voor hun, omdat zij geen zegels en hadden, op hun verzoek met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh, den 31 meij 1800 en zes.

Folio 107 en 107verso
Comparanten Lambert Kamphuis woonachtig op den Oldenhof onder Gramsbergen en Hermen Gerberts, woonachtig te Daalen, als erfgenaamen van Hendrik Gerberts. Zij verklaren een stuk zaailand, ongeveer drie een een half schepel land, gelegen op den Kijftskamp onder Gramsbergen, uit de boedel van Harmen Voorstok en echtgenote aangekocht, over te dragen aan Gerrit Hakkers en Hermina Regtuit te Den Velde. Heemse den 28 juni 1800 en zes.

Folio 107verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat ik bij besluit van den Raad van Finantien in ’t Departement Overijssel, de dato den 10 julij 1806, geauthoriseerd en gelast ben om de in october 1805 verkochte in dit Schoutämpt gelegene Nationaale Domeinen, aan de respective koopers te transporteeren en dezelven in den eigendom van dien te vestigen. Weshalven ik Scholtus voorn(oemd) uit krachte van voorz(eid) besluit, namens ende van wegens voorz(eide) Raad van Finantien, aan Steven Bouwmeester te Aane, kracht dezes cedere, transportere en in vollen eigendom overdrage, het door hem alstoen gekochte en betaalde 85ste parceel, bestaande ingevolge conditien van verkoop onder de benaming van de huis- of katerstede te Aane, in een hoekjen land den gaarden, een stuk land bij ’t Tijland en in een stuk lands op den Melenberg; ende zulks alles met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehornede, ofwel zo en invoegen bij de conditien van verkoop wordt vermeld. Doende daarvan alzo door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse aan den kooper en betaaler voorz(eid), alles zo en als naar rechten. Des ten oirkonde is dezen door mij Scholtus voorn(oemd) gepasseerd ter praesentie van M. Bruins en Jan Nijhuis, als keurnooten, en voorts door mij getekend en gezegeld. Actum Heemse, den 4 augustus 1800 en zes.

Folio 108
Comparanten Luggert Slotman en echtgenote Diena Hendriks te Bergentheim. Zij verklaren één-vijfde gedeelte in de zogenaamde Vetweide te Brucht, mandelig met anderen, over te dragen aan Albert Schepers en echtgenote te Brucht. Actum Bergentheim, d. 8 aug. 1800 en zes.

Folio 108 en 108verso
Comparanten Derk Odink en M. Bruins, als gecommitteerden der marke van Heemse en Collendoorn. Zij verklaren de gerechte helft der vijf stukken en een geerhoek groengrond, gelegen bij Brandjans huis in de marke van Heemse, over te dragen aan Hannes Nijsink en echtgenote te Heemse. De wederhelft wordt op heden overgedragen aan G.J. Vinke. Actum Heemse, den 11 august. 1800 en zes.

Folio 108verso en 109
Comparanten Derk Odink en M. Bruins, als gecommitteerden der marke van Heemse en Collendoorn. Zij verklaren de gerechte helft der vijf stukken en een geerhoek groengrond, gelegen bij Brandjans huis in de marke van Heemse, over te dragen aan Gerrit Jan Vinke en echtgenote te Heemse. De wederhelft is op heden overgedragen aan Hannes Nijsink. Actum Heemse, den 11 august. 1800 en zes.

Folio 109
Minuut: Wij Derk Odink en Marten Bruins, gecommitteerden der markten van Heemse en Collendoorn, verklaaren voor dezen, dat Gerrit Blotens te Heemse woonächtigh, op d. 12 meij l.l., bij publijcq veiling van de erfgenaamen van gem(elde) markten heeft aangekocht, eenen hoek woeste groengrond, bij zijn woonhuis in voorz(eide) markte gelegen, voor drie en veertig guldens en agt stuivers, ad 21 stuivers ’t stuk, te betaalen op d. 11 nov. 1800 en zeven. Verklaarende wij dan alzo, nu voor als dan, de voorz(eide) groengrond aan denzelven te cedeeren en te transporteren als naar rechten. Heemse, d. 11 augustus 1800 en zes.

Folio 109verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe hiermede van gerichtswegen te weten dat op den 20 meij l.l., ter instantie van de executeuren in den boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen, door dezen Scholtengerichte, als naar landrechte is verkocht en door Gerrit Haberts te Radewijk is aangekocht, het eerste parceel der ten dien dage geveilde vaste goederen, door gem(elde) J. Schutstal nagelaten, bestaande in drie dagwerken hooijland in de Biermansmaat onder Gramsbergen, kenlijk gelegen. Ende zulks voor eene summa van eenduizend en zeventig guldens, ad eenentwintig stuivers het stuk. Weshalven ik Scholtus voorn(oemd), bij dezen mijnen openen brieve, ex officio, aan gem(elde) Gerrit Haberts, kracht dezes, tegen betaling der gem(elde) koopspenningen, nu, voor alsdan, in de bestendigste forma landrechtens cedere en transportere, het gem(elde) eerste parceel invoegen hierboven omschreven, ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehorende, ofwel zo en invoegen als hetzelve parceel aan opgem(elde) J. Schutstal in eigendom heeft toebehoord, en bij de conditien van verkoop, onder deezen gerichte berustende, breder wordt vermeld, en voorts zo en als naar rechten. Zullende nochtans dit transport eerst effect sorteren, nadat de voorz(eide) kooppenningen ten vollen zijn betaald, en daarvoor hieronder, door de executeuren voorz(eid) zal gequiteerd zijn. Des ten oirkonde is dezen door mij Scholtus voorn(oemd) gepasseerd ter praesentie van G.J. Pruim en Albert Everts, door mij benevens dezelven getekend en voorts met mijn zegel bekrachtigd. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 110
Overdracht van anderhalf dagwerk hooiland, de Weide genaamd, gelegen te Holtheme, door Schout J.G. Pruim, ter instantie van de executeuren in de boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen. Het land werd overgedragen aan Hendrik Roelofs te Wielen. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 110verso
Overdracht van een half mudde zaailand voor op de Gramsberger Esch, tussen het land van Koeslag en Heerspink, door Schout J.G. Pruim, ter instantie van de executeuren in de boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen. Het land werd overgedragen aan Jan Heerspink te Gramsbergen. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 111
Overdracht van ongeveer negen schepel gezaai, liggende in de drie stukken achter op de Esch te Gramsbergen, tussen het land van Van der Scheer en Grimmelius, door Schout J.G. Pruim, ter instantie van de executeuren in de boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen. Het land werd overgedragen aan Jan Centen Hendrikszoon te Gramsbergen. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 111verso
Overdracht van ongeveer negen schepel gezaai, liggende in de drie stukken achter op de Esch te Gramsbergen, tussen het land van Van der Scheer en Grimmelius, door Schout J.G. Pruim, ter instantie van de executeuren in de boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen. Het land werd overgedragen aan Hendrik Hendriksen Deurink te Gramsbergen. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 112
Overdracht van ongeveer negen schepel gezaai, liggende in de drie stukken achter op de Esch te Gramsbergen, tussen het land van Van der Scheer en Grimmelius, door Schout J.G. Pruim, ter instantie van de executeuren in de boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen. Het land werd overgedragen aan Jan van den Hoff te Gramsbergen. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 112verso
Overdracht van vijf schepel zaailand op den Oldenhoff, door Schout J.G. Pruim, ter instantie van de executeuren in de boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen. Het land werd overgedragen aan Evert van der Scheer te Gramsbergen. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 113
Overdracht van ongeveer zes spind land, tiendbaar, gelegen in de Loozer Esch, door Schout J.G. Pruim, ter instantie van de executeuren in de boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen. Het land werd overgedragen aan Harmen Zwijsen te Loozen. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 113verso
Overdracht van drie opgaande zaaiveenakkers, gelegen tussen de akkers van Merjenburgh en Haberts op ’t Anerveen, door Schout J.G. Pruim, ter instantie van de executeuren in de boedel van wijlen Jan Schutstal te Gramsbergen. Het land werd overgedragen aan Jan Merjenburgh te Gramsbergen. Hardenbergh, den 13 augustus 1800 en zes.

Folio 114
Comparanten Jasper Zweers en echtgenote Lutgertjen Moleman, benevens Marten Bruins en echtgenote Maria van Munster. Zij verklaren in de maand juli l.l. ongeveer drie dagwerken hooiland, de Ooije, gelegen te Anevelde, te hebben verkocht aan Berend Engberts en echtgenote te Anevelde voor f. 680,- Heemse, den 30 augustus 1800 en zes.

Folio 114verso
Comparanten L. Hoenderken en echtgenote H.E. van Riemsdijk te Hardenberg. Zij verklaren de katerstede de Raberije te Baalder, bestaand uit twee woonhuizen met het daarbij vanouds en alsnog behorende gaarden-, zaai- en groenland en een vierde whaare in de marke van Hardenberg en Baalder, voor f. 900,- te hebben verkocht en derhalve overdragen aan Jan Klinge en echtgenote te Radewijk. De katerstede dient nader te worden verdeeld tussen hen en mede-koper Albert Huisjes. Hardenbergh, d. 3 september 1800 en zes.

Folio 115
Comparanten L. Hoenderken en echtgenote H.E. van Riemsdijk te Hardenberg. Zij verklaren de katerstede de Raberije te Baalder, bestaand uit twee woonhuizen met het daarbij vanouds en alsnog behorende gaarden-, zaai- en groenland en een vierde whaare in de marke van Hardenberg en Baalder, voor f. 900,- te hebben verkocht en derhalve overdragen aan Albert Huisjes en echtgenote te Baalder. De katerstede dient nader te worden verdeeld tussen hen en mede-koper Jan Klinge. Hardenbergh, d. 3 september 1800 en zes.

Folio 115verso
Comparanten Jan Geugies en echtgenote Fennechien Balderhaar te Loozen. Zij verklaren twee mudden zaailand in de Veldinger Esch, naast het land van Jan Jonkeren, over te dragen aan Hendrik Grimmerink en echtgenote te Den Velde. Actum Hardenbergh, den 12 september 1800 en zes.

Folio 116
Comparanten Jan Geugies en echtgenote Fennechien Balderhaar te Loozen. Zij verklaren de volgende percelen te Den Velde over te dragen aan Berend Harsevoort en echtgenote te Hardenberg: een mudde zaailand achter op de Esch, genaamd het Hammegien; een stuk zaailand genaamd het Veldkampjen, groot zes schepel land met de daarbij behorende boshegge, een geerhoekjen van de zogenaamde Nieuwenhoek en de zogenaamde Nieuwenhoek zelf en acht dagwerken hooiland aan den Katenkarst, genaamd de Voorste en Achterste Maat. Actum Hardenbergh den 12 september 1800 en zes.

Folio 116verso
Comparanten Jan Geugies en echtgenote Fennechien Balderhaar te Loozen. Zij verklaren een vierde van een volle whaare in de marke van Holtheme en Den Velde over te dragen aan Harmen Klingenberg en echtgenote te Den Velde Actum Hardenbergh den 12 september 1800 en zes.

Folio 117
Comparanten Hendrik Schultink en echtgenote Jennechien Jansen te Ane. Zij verklaren ongeveer twee dagwerken hooiland in de Kloekersmaate te Holtheme, over te dragen aan Gerrit Kwant en echtgenote te Holtheme. Actum Heemse, den 29 december 1800 en zes.

Folio 117verso
Comparant Roelof Voorstok te Gramsbergen. Hij verklaart een vierde deel van de zogenaamde Wagtmeestersmaate te Ane over te dragen aan Hendrik Schultink en echtgenote te Ane. Actum Gramsbergen, den 14 april 1800 en zeven.

Folio 118
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificeere dat voor mij en keurnooten, die waren Marten Bruins en Jan Bruins, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Jan Hekman, woonachtigh op de Haare te Aane, en deszelvs huisvrouwe Hermptien Alberts, tutore marito. Verklaarende zij comparanten, voor eene summa van veertienhonderd en veertig guldens (die aan hun comparanten zullen worden betaald door overneming en voldoening van alle derzelver schulden, en, om vervolgens hun comparanten daarvoor den verderen tijd hunnes tevens te alimenteren, onderhouden en verzorgen in kost, drank en kleding, in ziekten en onpasselijkheden na behoren te verhandreiken, voor welk laatste zij comparanten gezond zijnde, behoorlijk zullen mede werken) bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te cederen, te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Jan Jansen en deszelvs tegenswoordige bruid Hendrica Buuls, hun comparanten eigendomlijke katerstede op de Willinkhaare te Aane, cum annexis. Ende zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende, ofwel zo en in diervoegen als dezelve door hun comparanten bezeten wordt en door hun van den voorigen eigenaar J.G. Darmois is aangekogt. Doende zij comparanten daarvan door dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan door dezen ontërvende, en de koopers voorz(eid) Jan Jansen en deszelvs bruid daar wederom aanërvende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), deze benevens de comparanten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor hun, omdat zij geene zegels en hadden, op hun verzoek met mijn klein zegel mede gezegeld. Actum Heemse, den 17 april 1807.

Folio 118verso
Comparanten Rutger Koeslag en echtgenote Zwaantjen Zwijsen te Hardenberg. Zij verklaren ongeveer drie schepel zaai- en goordenland, gelegen op het Korteland te Gramsbergen, over te dragen aan Klaas Reinders te Gramsbergen. Actum Hardenbergh, den 17 april 1800 en zeven.

Folio 119
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe hiermede van gerichtswegen te weten dat de heer C.L. van Morseij, op den 9 febr. l.l., voor eene summa van vierduizend zeshonderd een en zeventig guldens en vijftien stuivers, die op den 1sten meij aanstaande moeten worden betaald, heeft aangekocht, het eerste, vierde en zesde parceel, van de door dezen gerichte, ter instantie van vrouwe Clara Stolte, weduwe van wijlen den verwalter Scholtus en ontvanger Jacobus van Riemsdijk, voor verschuldigde ’s landsmiddelen bij executie gedistraheerde vaste goederen van wijlen de heer Alexander van Bentinck tot Wolda, bestaande deze parceelen, in den kamp lands den Bosch, met de ten zuiden in dezelve staande boshegge, in den kamp zaailand, de Hooge Hollarst, en in den kamp groenland, de Kattenweide, tezamen kenlijk gelegen in en onder Holtheme in dit Schoutämpt, alles blijkelijk uit de conditien van verkoopinge daarvan zijnde. Zo is ’t dat ik Scholtus voorn(oemd), en keurnooten F. Zweers en Albert Everts, ten fine en effecte als naar rechten, bij deze mijnen openen brieve, nu, in plaats van na betaling der koopspenningen, ex officio, transportere en in vollen eigendom overdrage aan welgem(elde) heer C.L. van Morseij, de bovengenoemde gekochte, bij executie gedistraheerde goederen van wijlen de heer Alex. van Bentinck tot Wolda voorn(oemd), bestaande als boven vermeld. Ende zulks met zijn rechten, lusten en lasten, en in zoodane natuure en grootte, als dezelven door geëxecuteerde in leven bezeten is. Alles ingevolge de voorz(eide) koopsconditien onder dezen gerichte berustende; alsmede ingevolge landrechte en nadere reglementen. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd), dezen getekend en gezegeld. Actum Hardenbergh, den 21 april 1800 en zeven.

Folio 119verso
Ik J.G. Pruim, Scholtus des Kerspels Hardenbergh, cum annexis, doe hiermede van gerichtswegen te weten dat Jan Marienburgh en Jan Woltersum, op den 9 febr. l.l. voor eene summa van tweeduizend negen guldens en negentien stuivers, die op den 1sten meij aanstaande moeten worden betaald, in compagnieschap ijder voor de helft, hebben aangekocht, het tweede parceel van de door dezen gerichte, ter instantie van vrouwe Clara Stolte, weduwe van wijlen den verwalter Scholtus en ontvanger Jacobus van Riemsdijk, voor verschuldigde ’s lands middelen, bij executie gedistraheerde vaste goederen van wijlen de heer Alexander van Bentinck tot Wolda, bestaande dit parceel in de zoogenaamde Bessies of Beestens-weide, kenlijk gelegen onder Holtheme in dit Schoutämpt; alles blijkelijk uit de conditien van verkoop daarvan zijnde. Zoo is ’t dat ik Scholtus voorn(oemd) en keurnooten F. Zweers en Albert Everts, ten fine en effecte als naar rechten, bij deze mijnen openen brieve, nu, in plaats van na betaling der koopspenningen, ex officio, transportere en in vollen eigendom overdrage, aan welgem(elde) J. Marienburgh en J. Woltersom, de bovengenoemde gekochte, bij executie gedistraheerde goederen van wijlen de heer Alexander van Bentinck tot Wolda voorn(oemd), bestaande als boven vermeld. Ende zulks met zijn rechten, lusten en lasten en in zoodane natuure en grootte, als hetzelve door geëxecuteerde in leven bezeten is. Alles ingevolge de voorz(eide) koopsconditien onder dezen gerichte berustende; alsmede ingevolge landrechte en nadere reglementen. Des ten oirkonde hebbe ik Scholtus voorn(oemd) dezen getekend en gezegeld; ten Hardenbergh d. 21 april 1800 en zeven.