Toen, op 9 oktober 1908: Seine Bolks geboren verteller.

In de laatste jaren van de vorige eeuw, was men in Radewijk druk met het samenstellen van een boek over de eigen buurtschap. Het boek kwam er en werd in december 1999 gepresenteerd. Niet alle verhalen die waren ‘opgehaald’ konden een plekje in het boek krijgen. Een van die verhalen ging over Bolks-Seine.

Seine Bolks was begin 1999 nog een krasse man, ondanks zijn 90-jarige leeftijd. Hij bewoonde, samen met zijn vrouw Janna en zoon Harm, een boerderijtje aan de Veldsinkdijk. Die boerderij was in 1912 gebouwd door Soepenbargs-Jan (Jan Eggengoor). Het stond op zes hectare heidegrond dat was aangekocht van boeren in Den Velde.

Seine is zijn hele leven boer geweest. Hij was geen man van grote stallen en varkensschuren, maar een zeer secuur en pienter boer. Alle stappen vooruit, hoefden nooit meer teruggezet te worden. Als bijverdienste heeft hij nog een tijdje een melkrit gehad. Hij haalde de melkbussen op bij de boeren aan de Lindeldijk en bracht ze naar Hekman aan de Radewijkerweg. Van daar werden ze vervolgens door Takmannegie (Albert Jansen) meegenomen naar de melkfabriek in Hardenberg.

Bolks-Seine vertelde onze interviewer nog een mooi verhaal over smokkelen. Veel Radewijkers maakten zich er ‘schuldig’ aan tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. “Frits van Hans-Laambert”, zo vertelde Seine, “werd met smokkelwaar door de commiezen of marechaussees opgepakt en dus meegenomen naar Hardenberg. Tijdens die wandeling passeerden ze ook de boerderij van “Beenen-Evert” op de Hanekamp. Frits vroeg zijn begeleiders of hij even een boodschap bij Beenen mocht achterlaten. Een goede smoes natuurlijk, maar de dienders trapten er in. Ze lieten Evert en Frits zowaar even alleen. Frits bedacht zich niet en maakte van de gelegenheid gebruik om het hazenpad te kiezen. Wanneer dan even later de beambten gaan kijken waar hun arrestant toch zo lang blijft, treffen ze alleen Evert Beenen aan en die is zich natuurlijk van geen kwaad bewust. Frits is gevlogen…”

Een ander sterk verhaal vertelde Seine over burenplichten: “Er werd vaak een beroep gedaan op de buren, bijv. bij de geboorte van een kind. Telefoon hadden we nog niet en de dokter werd dan door een van de buren opgehaald uit Hardenberg. Als de dokter dan niet thuis was, moest men hem soms ver nareizen. In die tijd waren er nog hoegenaamd geen fietsen, zodat men te paard of anders te voet ging. Iemand uit Radewijk vertelde mij eens dat toen hij geboren moest worden, de dokter helemaal uit Slagharen moest komen. Het duurde echter zo lang voordat de dokter daar gevonden was, dat ze al met hem naar de kerk waren om te dopen… Het gebeurde geregeld dat het kindje geboren werd, geholpen door buurvrouwen die voor vroedvrouw speelden”.

Seine Bolks (geb. 09-10-1908, ovl. 27-04-2001), Johanna Bolks-Zagers (geb. 04-12-1911, ovl. 22-06-2003) en hun vrijgezel gebleven zoon Harm Bolks (bijgenaamd: ‘oeze-jongen’).

Toen, op 03 september 1971: het nieuwe kerkorgel in Radewijk.

Op 3 september 1971 werd een nieuw orgel in gebruik genomen in de hervormde kerk te Radewijk. Het betrof een 4-voets orgel dat was opgesteld op de gaanderij. Met z’n 379 pijpen en 6 registers bood het orgel volop gelegenheid de gemeentezang te begeleiden. Men had het orgel voor ruim 25.000 gulden laten bouwen door de firma Fama & Raadgever in Utrecht.


Toen, op 27 augustus 1884: veiling boerderij in Radewijk.

Op 27 augustus 1884 begon notaris Van Barneveld te Gramsbergen met de eerste openbare veiling van het boerderijtje van Jan Welleweerd te Radewijk. Het boerderijtje was tien jaar eerder gebouwd op een ontgonnen heideveld en is tegenwoordig geadresseerd aan de Mastdijk 5.De kadastrale geschiedenis van de locatie is beschreven op onze website.


Toen, op 04 juli 1877: bliksem legt molen Radewijk in as.

molen Radewijk

Het Algemeen Handelsblad van 7 juli 1877 schreef erover:
“Bij Gramsbergen, is dienzelfden morgen de bliksem te Radewijk in een korenmolen geslagen, die molen is totaal afgebrand; aan blusschen viel niet te denken. Het aanwezige koren is nog grootendeels gered. Het perceel was tegen brandschade verzekerd.”

De molen op de zogenaamde ‘Hanekamps-kamp’ in Radewijk was indertijd eigendom van de familie Van Houselt. De oprichter ervan, Jan Antonie van Houselt, was in december 1868 verdronken in het Overijssels Kanaal toen hij terug kwam van een bezoek aan de gezellige Gramsberger kermis. Hij was slechts 35 jaar geworden. De molen werd daarop verhuurd of verpacht aan verschillende molenaren. Zo was Albertus Bos de molenaar tussen 1872 en 1877, het jaar waarin de molen afbrandde.

Met het verzekeringsgeld werd een andere molen aangekocht. Het was de uit 1771 daterende oliemolen van de familie Draaier uit Oosterhesselen. Deze achtkante beltmolen werd in Radewijk weer opgebouwd en deed vervolgens dienst als korenmolen. In de registers van de aangifte op de grondbelasting is te vinden dat de nieuwe molen op 17 december 1877 in gebruik werd gesteld, net op tijd om de Radewijkers voor kerst te voorzien van broodmeel…

Meer over de geschiedenis van korenmolen Windlust leest u in ons boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’ en op onze website.

molen Radewijk

Deze molen is uniek. Het heeft vanouds deels een belt, deels een stelling en is daardoor moeilijk in te delen in het vaderlandse molenbezit.

molen Radewijk