Categorie Hardenberg (stad)

Toen, op 15 januari 1868: kerkelijke tucht!

Vandaag een niet-alledaags bericht uit de geschiedenis van Hardenberg. Dankzij de bewaard gebleven notulen van de kerkenraad, kunnen we ervaren hoe het er in het midden van de negentiende eeuw aan toeging in de kerk. Regelmatig lezen we over het toepassen van censuur, oftewel kerkelijke tucht.

De kerkelijke tucht of censuur was een systeem dat men in verschillende protestantse kerken heeft gekend. De censuur of tucht kende drie trappen: gesprek, afhouding van het Heilig Avondmaal en afsnijding van de gemeente of ban.

In de vergadering van 15 januari 1868 werd censuur uitgeoefend ten aanzien van enkele lidmaten van de kerk. Zij mochten niet langer deelnemen aan het Heilig Avondmaal. Het ging om Zwaantje Valkman die ongehuwd moeder was geworden. Verder mochten ook Lucas Bieleveld en Johanna Zandman, Jan Valkman en Gerritdiena Hendrika Schutte en Jannes Schuldink en Hermina Schutte voorlopig niet deelnemen vanwege schennis van het huwelijk voor dat hetzelve gesloten was.

Arbeidster Zwaantjen Valkman was de oudste dochter van metselaar Marten Valkman en Elizabeth Simons. Op haar 31ste kreeg ze, inderdaad ongehuwd, een zoon die ze gemakshalve vernoemde naar haar vader, Marten. Hij was geboren op 27 augustus 1867 in Stad Hardenberg en zou later trouwen met Zwaantje Johanna Lenters. Uit hun huwelijk zou Zandrie geboren worden die later wethouder werd van Stad Hardenberg. Het ‘smetje’ van vroeger belette de familie in ieder geval niet in het bereiken van een goede maatschappelijke positie.


Toen, op 29 januari 1805: aanbesteding bouw stadhuis.

Op 29 januari 1805, vandaag precies 216 jaar geleden, werd de nieuwbouw van het stadhuis te Hardenberg aanbesteed. Dat blijkt uit deze advertentie in de Overijsselsche courant:

“De Magistraat der Stad Hardenbergh zal op dingsdag den 29 January 1805 aanstaande, des voormiddags om tien uuren precies, ten huize van D.J. Santman alhier, publyk aan de Minst Aannemende doen aanbesteeden het Bouwen van een nieuw Stadhuis, van twee Verdiepingen, en de Leverantie van alle daartoe benoodigde Materiaalen. Waarvan ’t Bestek en Conditien, mitsgaders de Tekeningen, agt daagen te vooren ten voorschr. Huise alhier ter leezing en bezichtiging zullen worden gelegd.”

Het in 1805 gebouwde stadhuis vormt nu een van de oudste nog bestaande panden in Hardenberg.


Toen, rond 1888: het eerste rijwiel in Hardenberg.

Het Salland’s Volksblad van 2 juli 1948 schreef:
“Hardenberg in rep en roer. Frits Valkman rent door de straten. In 1867 kwam de heer Boissevain uit Londen voor de eerste maal in ons land om de vélocipède te demonstreren. De honderden belangstellenden die bij de demonstratie tegenwoordig waren, hadden het demonstreren ‘werk van een zot’ genoemd.

In 1888 ongeveer kwam de eerste vélocipède in Hardenberg bij den heer A. Sierink in ’t bezit. Enkele jaren later werd deze aangekocht door de thans 77-jarige Frits Valkman. De vélocipède had houten raderen met ijzeren hoepels. Het voorwiel was 1 meter in doorsnede en het achterwiel een stuk kleiner. De vélocipède was zonder ketting, en zonder rem, de trappers zaten aan het voorwiel.

Bij goed of slecht weer werd er in de Voorstraat geëxerceerd, door Frits en zijn vrienden. Elken avond was Hardenberg in rep en roer. De straten waren van mooie dikke keistenen. Een prachtige verlichting van enige brandende petroleumlantaarns, die om de 70 meter aan een touw hingen over de straat, bij dat licht moest geoefend worden! Bijna alle leerlingen waren verplicht na de derde oefening zich onder geneeskundige behandeling te stellen. Voor- noch achterlicht behoefde men te hebben. Een grote schapenbel versierde de vélocipède, en gaf altijd een rinklend geluid door het vreselijke stoten.

Iedereen die het ’s avonds waagde om op straat te verschijnen, ging bij het passeren van de vélocipèderijder tegen de muur van een huis staan, of vluchtte bij de mensen naar binnen. De vrachtboeren, rijtuigbestuurders of mensen die met de koeien voor de wagen menden, voorspelden: ‘As dat zo mos, dan kwamen de peerde en bieste nog op de loop’, want ’t was een verschrikkelijk lawaai. Bij de eerste oefening was men van inspanning nat van zweet, maar dit wende wel. De snelheid was ongeveer 10 km per uur.
Frits Valkman is oud. Sinds hij met een auto in aanraking is geweest, doet hij niet meer aan sport, maar leeft alleen in de eenzaamheid als een kluizenaar.”

Frits Valkman, bijgenaamd ‘Frits van Bol’, was geboren op 6 september 1871 in Bergentheim als zoon van timmerman Gerrit Jan Valkman en Truida Olsman. Frits woonde het grootste deel van zijn leven te Stad Hardenberg. Hij bleef ongehuwd, woonde aan de Bruchterweg en verhuisde op hoge leeftijd naar Weiteveen. Daar stierf hij in 1959.


Toen, op 20 juli 1938: officiële opening verbouwd stadhuis.

opening 1938

Op 20 juli 1938 vierde de gemeente Stad Hardenberg feest. Die dag werd namelijk het verbouwde en vernieuwde gemeentehuis weer officieel in gebruik genomen. Het Noord-Oosten schreef een dag erna:
“Stad Hardenberg. Woensdagmiddag had door den Commissaris der Koningin van Overijssel de officiële opening plaats van het vernieuwde en vergroote stadhuis.

Nadat de talrijke genoodigden onder wie Burgemeesters en Wethouders en Secretarissen van Ambt Hardenberg en Gramsbergen, de Burgemeester van Avereest, Hellendoorn en Nieuwleusen en de plaatselijke predikanten en doktoren, waren samengekomen in hotel Leering, gaf Burgemeester Bramer daar een interessanten geschiedkundigen terugblik over oude en nieuwe toestanden ten aanzien van het raadhuis. Daarna trok men, onder de vroolijke tonen van het muziekgezelschap „Hallelujah”, naar het nieuwe gemeentehuis, waar het 8-jarig dochtertje van den secretaris, Nelly Draaijer, den sleutel er van aanbood, waarmee de Commissaris der Koningin de deur opende.

De Commissaris complimenteerde B. en W. en den raad met de groote en met smaak uitgevoerde verbetering en vergrooting, zoodat meer bergruimte is verkregen en prettiger werken in aangenamer omgeving mogelijk is geworden, terwijl de kosten betrekkelijk gering zijn. De heer Oprel sprak als hoofd der buurgemeente Ambt Hardenberg en namens den kring van burgemeesters „Ommen”. Hij richtte zich daarbij vooral tot zijn collega, den heer Bramer, wien hij lust, kracht en gezondheid toewenschte om zijn werk midden in en tot heil van de gemeente te verrichten. Namens de Hervormde Gemeente sprak ds. Bouman die wees op de eeuwenlange goede nabuurschap van kerk en raadhuis. Dr. Fraser bood namens de ingezetenen, als bewijs van saamhoorigheidsbesef, een couvert met inhoud aan, bestemd om daarmee het gemeentehuis nog meer tot een „tehuis” te maken.

Burgemeester Bramer dankte de verschillende sprekers en verklaarde zeer geroerd te zijn door de gave der burgerij. Ook betuigde hij de bijzondere tevredenheid van B. en W. en raad aan den architect, den heer Van Straten, voor de wijze waarop gewoekerd was met ruimte en geld, alsmede aan de aannemers en verdere uitvoerders van den bouw.

Het nieuwe gemeentehuis voorziet in een jaren lang gevoelde behoefte. Er was in het oude gebouw een nijpend gebrek aan ruimte, veroorzaakt door de meerdere werkzaamheden door de sociale wetgeving in den laatsten tijd en doordat Stad Hardenberg centrum-gemeente is van N.0.-Overijssel. Door aanbouw op een belendenden tuin en door verbouw is een kloek en waardig monumentaal gebouw verrezen, dat door zijn inrichting al de geriefelijkheden en gemakken geeft die men van een modern gemeentehuis kan verlangen. De vertrekken zijn voorzien van nieuw gestoffeerde en gedeeltelijk nieuwe meubelen; het gebouw is centraal verwarmd.”

stadsbestuur en ambtenaren

De verbouw was uitgevoerd door het aannemersbedrijf van de gebroeders Dijkhuis. Tijdens de bouwperikelen had de gemeenteraad haar vergaderingen gehouden in de oude school aan de Wilhelminastraat.

Dat de kranten indertijd soms ook melding maakten van de kleinste gebeurtenissen, blijkt onder meer uit onderstaande, overgenomen uit De Vechtstreek van 5 februari 1938:

“Ongeval. Maandagmorgen, juist toen de klokken luidden om de geboorte der Prinses te melden [geboorte prinses Beatrix], was men bij de verbouwing van het gemeentehuis bezig de stoep te verwijderen. De aannemer, den heer P. Dijkhuis, die hiermede behulpzaam wilde zijn, raakte met zijn linker wijsvinger bekneld tussen de stoep en de straat. Ofschoon eerst geen pijn voelende, begaf hij zich toch naar de dokter. Hier bleek dat het voorste lid van den vinger was afgerukt. Na behandeling begaf Dijkhuis zich naar huis, waar hij hevige pijnen doorstond. Zelfs enige dagen later waren deze nog niet geweken.”


Hardenberg: een zeer bijzondere publicatie…

Het afgelopen jaar heeft de redactie van de Stichting Historische Projecten zich bezig gehouden met het transcriberen (het overschrijven in modern schrift) van een ruim twee eeuwen oud manuscript, geschreven door onze vroegere stadssecretaris Jacobus van Riemsdijk (1755-1797).Van Riemsdijk heeft aan ‘t einde van de achttiende eeuw gezwoegd om de geschreven bronnen van de stad Hardenberg bijeen te verzamelen. Daarvoor ging hij op zoek in de beschikbare archieven. Met zijn onderzoeksresultaten wilde de stad Hardenberg aantonen dat het vanouds verschillende rechten had. Die waren alsmaar verder bekort en het stadsbestuur wilde dat die oude rechten weer erkend werden.Stadssecretaris Van Riemsdijk is daarmee de oudst bekende geschiedschrijver van Hardenberg. Zo jong als hij was, werkte hij bijna dag en nacht om naast zijn ‘gewone’ taken de geschiedenis van de stad op papier te zetten. Het ruim 200 pagina’s tellende manuscript was klaar voor druk, maar… toen overleed Van Riemsdijk, slechts 41 jaar jong.Zodoende werd zijn werk nooit gedrukt en bleef het als handgeschreven document ruim twee eeuwen ‘in de kast liggen’.

Onze stichting is van mening dat we Van Riemsdijks werk daarom nu alsnog moeten bezorgen. Samenstellers en bezorgers Dinah Hesselink-Zweers en Erwin Wolbink hebben het werk van Jacobus volledig in modern schrift overgeschreven. Al zijn argumenten onderbouwde hij aan de hand van bronnenmateriaal. Ook die zijn in de publicatie vermeld. Ook hebben de bezorgers het werk van Van Riemsdijk verlevendigd door op de linker pagina’s aanvullende informatie te vermelden of fraaie illustraties te plaatsen. Daarmee is het ruim twee eeuwen oude materiaal over de geschiedenis van Hardenberg een ware ‘must-have’ geworden.Echter, omdat het ook in de ‘taal’ van het eind van de 19de eeuw geschreven is, zal het boek niet lezen als een vlotte roman. De oplage zal daarom zeer beperkt blijven. Het boek wordt niet gedrukt, maar in full-colour geprint op klassiek papier. Om het boek de statuur te geven van twee eeuwen geleden, hebben we ervoor gekozen het luxe te laten inbinden. De handmatig genaaid gebonden boeken worden voorzien van een half linnen band met platten van marmer papier, met de titel op de rug. De oplage: slechts 50 stuks.Voordat we echter opdracht kunnen geven om deze unieke boeken te laten vervaardigen, willen we graag van u weten of u interesse heeft in een exemplaar van de oudst bekende ‘geschiedenis van Hardenberg’.

Van Riemsdijk gaf zijn werk de titel: “Beschrijving der oudheid, oorsprong, gestichten en verdere merkwaardigheden, alsmede der rechten, voorrechten, vrijheden enz. van de Stad Hardenbergh”.Tekening door Van Riemsdijk op het titelblad van zijn manuscript.Het boek is daarom alleen bij voorintekening, rechtstreeks bij ons te bestellen. Het zal, gezien de beperkte oplage, de kleurenprint en de luxe bindwijze € 42,50 gaan kosten. Elk van de 50 exemplaren zal uniek genummerd worden. De geplande verschijndatum is 8 augustus, de dag waarop Jacobus van Riemsdijk precies 220 jaar geleden overleed. Bestellingen/inschrijvingen kunnen alleen per e-mail worden doorgegeven: historischeprojecten@gmail.com (vermeld daarbij uw naam, adres en telefoonnummer).