In 1712 is het erve de Pothof verheven tot havezate, maar al in 1502 werd het met name genoemd. Op 27 mei 1546 werd Evert de Baecke beleend met het erf en goed den Pothoff te Aenwede (Anevelde) door Johan van den Kampe. Twaalf jaar later werd Goosen Baecke Evertszoon ermee beleend. Uit een in het Drents Archief bewaard gebleven deductie met bijlagen blijkt dat de Pothof in 1663 eigendom is van jonker Ditmar de Grevingh.

In 1722 behoorde het aan Gerhard Jacob Blanckvoort, die met Maria Judith van der Merwede getrouwd was. In februari 1745 werd freule Elisabeth Maria van Blanckvoort toe den Pothoff met het goed beleend, na het overlijden van haar vader Gerhard Jacob en haar broer Antonij Blanckvoort. De havezate werd op dat moment verhuurd aan Berend Reinders. De bijbehorende katerstede werd ‘bemeierd’ door Albert Pothof.

In het zgn. register van de 50e penning van verkopingen en collaterale successiën staat bij 16 maart 1731:
De heeren A.W. van der Merwede en W.F. Blanckvoort tot Benthuis als vooghden over de minderjarige kinders van wijlen de heer tot den Pothof, geven aan dat door het overlijden op den 24 januari 1731 van Johanna Judith Blankvoort, tweede doghter van gemelde heer tot den Pothof op des overledens susteren en broeder is verstorven en vervallen een-vierde part van den Pothof, met de daar onderhorige landerijen door Jan Reijners of sijn soone in huijre gebruikt, met hetgeen de keuter Jan Pothof en venemeijer Gerrit Roelofs hiervan gebruiken in Ane en Ennevelde.

In datzelfde register lezen we bij 1 november 1736:
Is bekent gemaakt dat door het overlijden van de freulin A.W. Blankvoort op den 22 september tot Campen op desselfs broeder is komen te versterven een vierde part van de havesate Pothof gelegen in dit karspel buirschap Ennevelde etc., so als meijerswijse nu wort in huire hiervan gebruikt door Berent Reinders als grote boer, hierbij eenig houtgewas. Gerrit Roelofs als venemeijer en de schoonzoon van Jan Pothof als keuter.

In de zgn. ‘Collectie kleine aanwinsten’ van het Rijksarchief in Overijssel over het jaar 1948 bevindt zich deze akte betreffende de belening van freule Elisabeth Maria Blanckvoort met het goed en havezate de Pothof gelegen onder Hardenberg, na dode van haar vader Gerhard Jacob Blanckvoort, gedateerd 25 februari 1745:

Wij Reinier Adriaan Gansneb genaemt Tengnagel, here tot Olthuis, droste van IJsselmuiden, en Rogier Sabe, burgermeester der stad Campen, beide mannen van lhene, doen kond en verklaren hiermede dat voor ons in qualiteit als mannen van lhene is gecompareerd de hoogwelgeborene freulin Elisabeth Maria van Blanckvoort toe den Pothoff, wesende voor so verre nodig geadsisteerd met de secretaris Coenraad Munts, haar hoogwelgeb. gekozene en hiertoe toegelatene momber, verklarende in de beste ende bestendigste forma van lheenregte, mits desen te constitueren en volmagt te maken, de hoogwelgeboren heer Jan Fredrik van der Merwede, capitain ten dienste deser Landen, specialijk omme voor en uit name van constituente, als thans enige ende universele erfgename van wijlen haar vader de hoogwelgeboren heer Gerhard Jacob Blanckvoordt, hulde te doen en sig te laten belenen door den lheen-here van Batingen, met het goed en havesate den Pothoff, met het annexe erve en landerijen, visscherijen en holtgewas, gelegen in den karspele van den Hardenberg, boerschap Ane en Ennevelde, de jura, en de heergewaden, daartoe staande, te betalen en daaromtrend wijders te doen en te verrigten, wat de nature der saken moge vereisschen…
Gedaan te Campen den 25 februari 1745.

Op 18 mei 1769 registreerde de schout de overdracht van het eigendommelijke woonhuis staande op de keuterplaats van de havezate de Pothof te Anerveld, waarvan de grond, waarop het staat, toebehoorde aan predikant R. Mazier (als eigenaar van de Pothof), door Albert Pothof en zijn zoon Harmen Alberts Pothof met zijn huisvrouw Jannegien Reinders, aan Hendrik Schuldink en zijn huisvrouw Jannegien Jansen.

Het vrijwillig rechterlijk archief van ’t Schoutambt Hardenberg bevat vervolgens deze akte, gedateerd 22 augustus 1782:
Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh cum annexis, doe cond en certificere hiermede dat voor mij en keurnoten, die waren Will. Meijer en Jan Jacobs, persoonlijk in den gerigte gecompareerd en erschenen is Hendrik Schuldink en deszelvs ehevrouw Jannegien Jansen, tutore marito, en verklaarden zij comparanten voor een somma van coopspenningen bedragende eenhonderd en vijftig guldens, die aan haar ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de bestendigste forme landregtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan den heer Gerhardus Mazier, haar comparanten eigendommelijke woonhuis staande op de keuterplaatse van de Havesate den Pothof in de boerschap Anevelde onder dit Schoutampt, behorende de grond waarop dit woonhuis is staande aan gemelde heer Gerh. Mazier als eigenaar der voorn. Havesate den Pothof, zijnde dit voornoemde woonhuis met zijn regt en geregtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, zoo en in diervoegen als hetzelve aan haar comparanten in eigendom heeft toebehoord. Doende zij comparanten van het voorzeide woonhuis bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde, haar en haare erfgenamen daarvan alzo ontervende en de voorn. coper en betaler den heer Gerhardus Mazier met deszelvs erfgenamen daar wederom aanervende; belovende zij comparanten ook deze cessie en overdragt ten allen tijden te zullen staan, wagten en wharen voor alle evictie en opsprake als na Landregte. In kennisse der waarheid is dezen door mij verw. Scholtus voornoemd met de comparanten getekend en door mij gezegeld, en omdat zij comparanten geen zegels en hadden, zoo hebbe op haar verzoek dezen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh den 22 augusti 1700 twee en tachentigh.

In de Overijsselsche courant van 24 december 1827 werd de veiling aangekondigd van het erve en de katerstede de Grooten en Kleinen Pothoff te Anevelde in opdracht van de erfgenamen van wijlen Jacobus Henrikus Mazier die als rentenier in Zwolle op 2 augustus van dat jaar was overleden.

Notarieel archief, toegang 122, inv.nr. 1537, akte 237, 27 december 1827: 
Notaris Swam, ten huize van kastelein Nicolaas Wilhelmus Grimmelius te Gramsbergen.
Gecompareerd de heer Jan Jacob de Boer, procureur te Zwolle, in kwaliteit als gevolmachtigde van:
1. mej. Maria Lamberts, huisvrouw van Willem Otto, tapper te Utrecht
2. Derk Lamberts, schipper te Kampen
3. Willem Abraham van der Laen, ontvanger te Raalte
4. mej. Johanna Margaretha van der Laen, ongehuwd te Zwolle
5. mej. Hendrika Willemina Lamberts, weduwe van Eiko van Driessen, te Zwolle
6. mej. Elisabeth Bodde, echtgenote van Petrus Steenmeijer, predikant te Hekelingen onder den Briel
7. Stephanus Boode, burgemeester van Heenvliet onder den Briel
8. mej. Jacoba Godefrida Bodde, weduwe van D.M. Everaarts, te Heenvliet
9. mej. Dederika Samuela Bodde, ongehuwd te Veenvliet
10. mej. Gerarda Maria Elsabe Bodde, echtgenote van Johannes van der Willigen, predikant te Rokkange onder den Briel
11. Gerrit Bodde, adspirant-notaris te Streefkerk onder den Briel
Voorts de heer Roelof Damman, leerlooijer te Zwolle, als gevolmachtigde van Johannes de Wit, boekhouder te Haarlem en eindelijk Jacobus Bodde, lakenkoper te Zwolle, erfgenamen testamentair van wijlen J.H. Mazier, gewoond hebbende en overleden den 2 augustus laatstleden te Zwolle.

Welke comparanten ons verzochten om de hierna gespecificeerde vaste goederen tot de nalatenschap van wijlen gezegden heer Jacobus Henricus Mazier behoorende, leggende in de gemeente Gramsbergen, publiek bij inzate te veilen:

Perceel 1: het huis en erve den Groten Pothoff genaamd, met schuur, varkenshok en bakhuis, staande onder numero 6, in de buurtschap Anevelde, wordende bemeijerd door Gerrit Jan Reinders, voorts met het weideland of groengrond ten zuiden en oosten het huis en schuur en ten noorden den kamp, schietende oostwaards tegen het akkermaalshout en scheidende aldaar agter twee kleine eiken boomptjes tot eene aldaar gemaakte afgrupping, groot ongeveer 14 vierkante nederlandsche roeden en negentig dito ellen, met drievierde van een volle waar in de marke van Anevelde en een gehele begraafplaats op het kerkhoff van Hardenberg. (ingezet door Jan Reinders, landbouwer te Ane, voor f. 2513,00)

Perceel 15: het huis of katerstede den Kleinen Pothoff genaamd, staande onder no. 7 in Anevelde, bewoond door Zwaantjen Pothoff met den gaarden ten noorden het huis leggende aan vier stukken naast elkanderen ten zuiden tot aan den weg of langs den gaarden onder het eerste perceel. (ingezet door Jan Santman Rzn voor f. 1041,00)

Jacobus Henricus Mazier was overleden op 02-08-1827 te Zwolle, ongehuwd, zonder kinderen (rouwadvertentie). Hij was 68 jaren en ca. 6 maanden oud.

Op 10 januari 1828 vond de definitieve toewijzing plaats. Het huis en erve den Grooten Pothoff, met schuur, varkenshok en bakhuis, staande onder numero 6, en het huis of katerstede den Kleinen Pothoff, staande onder numero 7 in de buurtschap Anevelde, werden verkocht aan Jan Santman Rutgerszoon te stad Hardenberg en aan Jan Reinders te Anevelde. Dat blijkt uit aktenummer 241 in het notarieel archief van Antoni van Riemsdijk.

In 1832 was het huis en erf eigendom van winkelier Jan Santman Rutgerszoon te stad Hardenberg en cs. Het erf was geregistreerd als sectie F-720 op legger nr. 385a.

Door een boedelscheiding ging het perceel in 1841 over op legger 553/5.
Legger 553/5: Jan Reinders, landbouwer te Anevelde en Derk Jan Rustenbergh. Jan Reinders was op 7 juli 1820 getrouwd met Jennichjen Hannink.

Op 5 maart 1851 werd door notaris Mulert uit Ommen de inzetveiling gehouden van o.a. het boerenerve Den Pothof te Anevelde, met een half whaaraandeel in de marke van Ane en Anevelde (notarieel archief, inv.nr. 3072, akte nr. 623). De veiling vond plaats in opdracht van Aleida Bosch, de weduwe van Jan Santman Rutgerszoon en cs.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1855.
In 1858 splitsing van ’t perceel. Over op 553/67.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1858. Nieuwe sectie F-1840.

Legger 553/67: Jan Reinders. Huisnr. H-7. Nieuwe sectie F-1840. Huis, schuur, erf en twee schuren en varkenshok.

Fragment van kadastraal minuutplan, anno 1880.

Notaris G. de Meyier verleed op 1 november 1880 een akte op verzoek van:
1. Gerrit Jan Reinders, landbouwer te Anevelde
2. Gerrit Reinders, landbouwer te Bergentheim
3. Marten Waterink, landbouwer te Baalder, echtgenoot van Jennigje Reinders
4. Harm Snijders, landbouwer te Baalder, echtgenoot van Hendrikje Reinders
5. Hendrik Jan Kamphuis, landbouwer te Ane, als voogd over zijn 5 nog minderjarige kinderen, geboren uit zijn huwelijk met Gesina Reinders
6. Jan Jonkhans, landbouwer te Wielen, kerspel Uelsen, echtgenoot van Jennegien Reinders.
Zij gaven te kennen dat op 12 augustus l.l. te Anevelde was overleden Jan Reinders en dat hij bij akte van uitersten wil op 17 september 1869 voor notaris W.F. van der Muelen verleden, tot zijn enige erfgenaam heeft benoemd zijn zoon de comparant Gerrit Jan Reinders (aktenr. 337).

Legger 2007/66: Eigendom van Gerrit Jan Reinders en echtgenote Jennigjen Oldewaterink. Zij waren op 6 juni 1862 in Gramsbergen getrouwd. Ze bewoonden huisnr. H-7. In 1885 bijbouw en splitsing. Over op 2007/132 t/m 134.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1885 (deze kaart is met het noorden naar onderen gericht getekend). Sectie F-2498.

Legger 2007/133: Sectie F-2498, huis, schuren, bakhuis en erf. In 1895 bijbouw. Over op 2007/199.

Legger 2007/199: In 1896 bijbouw. Over op 2007/200.
Legger 2007/200: Sectie F-2605, huis, schuren, bakhuis, erf, grasland met boomen. In 1897 bijbouw. Over op 2007/201.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1895.

Legger 2007/201: In 1898 gedeeltelijke herbouw. Over op 2007/202.
Legger 2007/202: In 1899 bijbouw. In 1904 bijbouw en sloop. In 1907 stichting. In 1909 stichting en amotie. Over op 2007/215.
Legger 2007/215: Sectie F-2790. In 1915 boedelscheiding. Over op 3456/92.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1908.

Legger 3456/92: Eigendom van Jan Reinders en Geesje Waterink. Zij waren op 13 juni 1901 in Gramsbergen getrouwd. Huisnr. H-10. In 1937 herbouw. Over op 3456/103.
Legger 3456/103: In 1946 opgenomen in de ruilverkaveling.

Het is nu geadresseerd aan de Pothofweg 7.

Boerderij ‘den Pothoff’.