Op donderdag 27 augustus 1891 werd een vergadering gehouden van de Staatscommissie inzake de Veenderijen. De heren Veegens, Van Alphen, Reeling Brouwer en Van Swinderen interviewden die dag de 55-jarige Otto van Riemsdijk, burgemeester van Gramsbergen:
Bekleedt gij uwe betrekking reeds lang?
Sedert 1863.
Wordt in uwe gemeente veel verveend?
Dat gaat nogal. Van De Krim ligt het grootste deel onder Gramsbergen, eene kleine streek onder Coevorden en een deel onder Ambt-Hardenberg.
Hoe is de verhouding tusschen veenbazen en veenarbeiders te uwent?
Daarover valt niet te klagen.
Zijn in de laatste jaren werkstakingen voorgekomen?
In 1888. Ik moet hierbij echter doen opmerken dat de werkstaking niet zozeer in mijne gemeente als wel in de gemeente Avereest plaats had, waar de meeste verveners wonen. Ik ben evenwel door den Commissaris des Konings ook ontboden in het logement Hagedoorn te Avereest, omdat hier en daar glazen werden ingeslagen.
Hebben uwe ambtgenooten de hulp der militaire macht ingeroepen?
Ja, de burgemeester van Avereest.
Is het daarmede zonder groote moeite gelukt de openbare orde te handhaven?
Ja, dat ging nogal goed, voor de militairen zijn zij nogal bang.
Werden de glazen bij verveeners ingeworpen?
Ja, o.a. bij Minke.
Werd door de werkstakers pressie uitgeoefend op andere arbeiders om zich bij hen aan te sluiten?
Jawel, ik heb zelfs gehoord dat de menschen zich in hun kelder verborgen, om niet gedwongen te worden zich bij de werkstakers te moeten aansluiten.
Hoe zien in uwe streek de arbeiderswoningen eruit?
Ongelijk; er zijn keten, die men voor f. 15 en ook woningen die men voor f. 25 of f. 35 kan huren.
Welken indruk hebt gij over het geheel van den maatschappelijken en zedelijken toestand van de arbeiders in uwe gemeente?
Ik kan niet anders zeggen dan heel goed.
Wordt er veel sterke drank gebruikt?
Neen, wij mogen 14 kroegen hebben, maar wij hebben tot 1 januari 1893 vergunning gekregen om het maximum tot 11 te verminderen.
Zijn de tapperijen aan bepaalde uren van opening en sluiting onderworpen?
Ja, zij mogen slechts open blijven, indien zij geen extra-vergunning gekregen hebben tot ’s avonds half tien.
Laat de geneeskundige verzorging te uwent ook niet zoover te wenschen over, dat er geene vroedvrouwen zijn?
Ik heb die gehad, maar de lieden zeiden: gaat het goed, dan heb ik ze niet noodig. En als het eraan toe komt, moet ik toch een dokter hebben. Daarom ben ik er afgekomen.
Komen er in evenredigheid van de bevolking niet veel onechte geboorten voor?
In de laatste jaren niet veel.
Gedwongen huwelijken toch zeker wel?
Ja, die komen wel voor.
Is het nog gebruikelijk dat dergelijke huwelijken niet kerkelijk worden ingezegend?
Neen, zij worden altijd ingezegend; misschien is er een enkel paar dat er zich voor ontziet.
——————
Ook de 29-jarige huisarts Gerrit van Maanen uit Gramsbergen werd die dag geïnterviewd:
Hoe lang zijt gij in Gramsbergen gevestigd?
Juist 9 maanden.
Komt gij door uwe praktijk veel in aanraking met de arbeidende bevolking?
Nogal veel.
Praktiseert gij ook in De Krim?
Ja.
Daar hebt gij zeker veel met veenarbeiders te doen?
Ja.
Ontvangt gij van de gemeente eene toelage voor de armenpraktijk?
Neen, wel voor doodschouw en vaccinatie. Voor geneeskundige behandeling krijgen de armen een briefje van den burgemeester of van de hervormde diaconie.
Wie verstrekt geneesmiddelen aan de armen?
Ik zelf, ik heb eene apotheek.
Ondervindt gij geene moeilijkheden in de armenpraktijk? Zijn de patiënten dankbaar voor de hun verleende hulp?
Ja wel.
Hebt gij veel groote afstanden af te leggen?
Nogal, en dat was niets, als de wegen maar niet zoo slecht waren, die zijn tusschenbeide levensgevaarlijk.
Zijn er in den omtrek vroedvrouwen gevestigd?
In het geheel niet. Voor jaren is er eene vroedvrouw in De Krim geweest, maar die is overleden.
Is er ook niet eene te Slagharen?
Neen, en voor zoover mij bekend, ook niet in Coevorden of Hardenberg.
Hoe worden de vrouwen bij bevallingen geholpen?
Het gebeurt wel dat zij elkander helpen, en anders helpt vrouw moeke een handje. De afstanden voor een dokter zijn ook dikwijls te groot om er tijdig te zijn.
Loopt gij die afstanden?
Neen, ik rijd ze.
Heeft het gemeentebestuur nog nooit overwogen dat het goed zou zijn eene vrouw moeke aan te stellen?
De gemeente kan het niet bekostigen; men zucht toch al onder zulke zware belastingen. De hoofdelijke omslag is zoo hoog te Gramsbergen, dat een boer met f. 700 inkomen f. 70 belasting betaalt, of 10%.
Welken indruk hebt gij van den gezondheidstoestand der kinderen die bij den veenarbeid behulpzaam zijn?
Dit gaat nogal. Veenarbeid doen zij, geloof ik, niet zoo heel veel, maar de vrouw gaat veelal mede naar het land en dan moet het oudste kind op de kleintjes passen. De veenarbeid is nogal zwaar, want stukken van drie pond veen te verwerken is niet gemakkelijk voor die kinderen.
Op welken leeftijd, meent gij, dat zij daarvoor geschikt zijn?
Voor het lichte werk op 16-jarigen leeftijd.
Hebt gij wel waargenomen dat vrouwen, wanneer zij in staat van zwangerschap verkeeren, wat lang aan het werk blijven?
Ja, soms tot den laatsten dag, en er zijn wel gevallen voorgekomen dat eene vrouw den dag na hare bevalling al weder de koe melkte. En de kinderen, die pas geboren zijn, moeten dadelijk een paar lepels zwarte koffie hebben.
Hoe zijn de arbeiderswoningen te uwent?
Die van de vaste arbeiders gaan vrij wel, maar voor de losse arbeiders worden van die keten opgeslagen, en dat strijdt een beetje tegen de hygiène. Wat de privaten betreft, is de toestand ook treurig, want ze slaan van die houten stellingen op bij een kuil in de open lucht, en daar ligt de boel open en bloot op een meter of zes van de wijken, en dat wijkwater is reeds zoo slecht om te drinken.