Toen, op 22 juni 1928: drama te Bergentheim.

Op 22 juni 1928 vond een vreselijk drama plaats in Bergentheim waarbij de gebroeders Gerrit en Jan Huisken om het leven kwamen. De Nieuwe Tilburgsche Courant van 25 juni berichtte erover:

Twee jongemannen verdronken
Te Bergentheim onder Ambt-Hardenberg is zaterdagavond een ernstig ongeluk gebeurd. De ongeveer 20-jarige gebroeders Huiskens, waren bezig per schuit gereedschappen uit de veenderij van de Erven van Rooyen te Haarlem te vervoeren, waarbij zij op onverklaarbare wijze te water raakten en verdronken. De lijken der beide jongens zijn later door de politie naar de ouderlijke woning vervoerd.

Gerrit Huisken was slechts 20 jaar en Jan slechts 17 jaar oud. Ze waren kinderen van Jan Huisken en Berendina Wesselink uit Bergentheim. De jongens verdronken in de Van Roijenswijk.

De krant De Standaard vulde aan:
De 20-jarige veenarbeider G. Huisken en zijn 17-jarige broeder Jan Huisken, beiden wonende te Bergentheim (Ambt-Hardenberg), wilden vrijdagmiddag met een bokschuit eenig gereedschap, zooals kruiwagens, loopplanken enz. uit de veenderij halen. Op den terugweg zijn bij een bocht de beide jongens op onverklaarbare wijze te water geraakt en verdronken. De politie heeft de beide lijken opgedregd en naar de ouderlijke woning vervoerd. 


Toen, op 8 mei 1885: sluiswachter Haveman verdronken.

Op 8 mei 1885 verdronk sluiswachter Evert Haveman bij Sluis VII te Lutten aan de Dedemsvaart. Evert was slechts 40 jaar oud en getrouwd met Leentje Visscher. De krant De Grondwet schreef twee dagen later:

De sluiswachter aan sluis no. 7 te Lutten a/d. Dedemsvaart had gister in den vroegen morgen het ongeluk in de diepe schutkolk te vallen. Zijn lijk werd eenige oogenblikken later gevonden. 


Toen, op 04 januari 1933: Luchiena vermist en verdronken.

Grafsteen te vinden op het kerkhof in Lutten. Luchiena en haar zusje en broer.

Op 4 januari 1933 werd Luchiena Gewald als vermist opgegeven. Zij was de dochter van Lukas Gewald en Jantin Koopman. Ze werd geboren op 19 januari 1915 en op 7 maart gedoopt in de hervormde kerk te Lutten.
Volgens akte overleed ze op 25 februari 1933 om 13.00 uur te Lutten aan de Dedemsvaart. Zij was toen net 18 jaar oud.

In verschillende kranten werd over haar vermissing geschreven:

De standaard en Overijsselsch dagblad berichtten op 10 januari 1933:

Meisje Vermist.
Op 4 Januari jl. heeft de 17-jarige mej. L. Gewald, te Lutten aan de Dedemsvaart, de ouderlijke woning verlaten en is daarin tot op heden niet teruggekeerd. De burgemeester van Ambt-Hardenberg heeft op verzoek van den vader langs radio-weg haar opsporing verzocht.

De Telegraaf en het Utrechtsch Nieuwsblad op 15 en 16 januari 1933:

Het te Lutten vermiste meisje.
Omtrent het alhier vermiste meisje, mej. L. Gewald, die voor enkele dagen, nadat zij bij een broer te Wijk een bezoek had afgelegd, niet weder in de ouderlijke woning is teruggekeerd, is nog geen spoor gevonden. De nasporingen worden ijverig voortgezet. De burgemeester van Ambt-Hardenberg had per radio inlichtingen verzocht. Niemand heeft deze tot dusver kunnen geven.

Nieuwsblad van het Noorden 17 januari 1933:

Sinds twee weken vermist. Een 17-jarig meisje na twist uit de ouderlijke woning verdwenen.
Uit Dedemsvaart meldt onze correspondent: Niettegenstaande haar opsporing herhaaldelijk voor de radio is verzocht, is de 17-jarige dochter van den arbeider Grewald te Lutten aan de Dedemsvaart tot heden nog niet in de ouderlijke woning teruggekeerd. Het meisje is na een twist met haar ouders over den omgang met een jongeman uit deze omgeving voor 14 dagen reeds vertrokken. Bij al de familieleden Is reeds een onderzoek ingesteld doch zonder resultaat. Men vreest het ergste.
Het bericht in enkele bladen in deze omgeving dat zij zou worden vastgehouden bij de ouders van haar verloofde, is absoluut onjuist. Het meisje is nog minderjarig en indien er eenig vermoeden bestond dat zij op het aangegeven adres verbleef, zoo zou reeds lang de burgemeester van de betrokken gemeente hebben ingegrepen.

Salland’s Volksblad op 20 januari 1933:

Het meisje van den fabriekskuiper Gewald is nog steeds zoek. Er liepen geruchten dat ze terecht was, alsook dat bij Deventer een fiets was opgehaald met den naam van haar leverancier. Zeker is dat ze na haar vlucht bij haar broer te de Wijk is geweest. De vader moet een hooge premie hebben uitgeloofd.

De Vechtstreek van 11 februari 1933:

Het vermiste meisje.
In strijd met de veel verspreide geruchten omtrent het vermiste 17-jarige meisje Luchiena Gewald kunnen wij mededeelen, dat er tot nog toe niets zekers omtrent haar lot bestaat. Men heeft nog nimmer eenig spoor van haar kunnen vinden. De verschillende vreemdsoortige geruchten berusten – voor zoover de nog steeds ijverig speurende politie heeft kunnen nagaan – totaal op onwaarheid.

Een maand later berichtte het Nieuwsblad van het Noorden op 24 februari 1933:

Sinds 7 weken vermist.
(Van onzen correspondent).
Het vermoeden wint meer en meer veld dat de verdwenen 17-jarige G. Grewald te Lutten a. d. Dedemsvaart zich schuil houdt in Duitschland. Het meisje moet aldaar in dienstbetrekking zijn. De ouders van dit meisje zijn ook afkomstig uit Duitschland. Sinds 4 Jan. 1933 is zij uit de ouderlijke woning verdwenen.

Uiteindelijk werd ze gevonden. Onderstaand bericht werd geplaatst in het Overijsselsch dagblad van 27 februari 1933:

Het lijk van het verdwenen meisje gevonden.
De 17-jarige Luchiena Gewalt, die sedert een 8-tal weken werd vermist, is heden, Zaterdagmiddag levenloos uit het kanaal opgehaald. Men kent de geschiedenis: het meisje is na een huiselijke twist in verband met een liefdeshistorie, weggegaan en niet weer thuis gekomen. Schipper J. Bakker, gedomiliceerd te Ambt Hardenberg, heeft haar in het water opgemerkt. Hoewel ze reeds een 8-tal weken werd vermist, verkeerde het lijk nog niet in verregaande staat van ontbinding. Men zal de zaak nu vermoedelijk nog nader onderzoeken. Men mompelt het vermoeden, dat kwaadwilligheid in ’t spel is geweest en dat het meisje niet op den dag harer verdwijning is verdronken.

Salland’s Volksblad van vrijdag 3 maart 1933:

Lutten.
Zaterdagmiddag is het lijk van de sinds 4 Januari vermiste Luchiena Gewald gevonden in de Dedemsvaart in de nabijheid van de Baanbreker. Een schipper die grint loste voor de nieuw te bouwen school, zag het drijven en waarschuwde een voorbijganger. Deze trok het drijvend voorwerp naar den wal, waarna bleek dat dit (vermoedelijk) het vermiste meisje was.
Een groote menschenmenigte was spoedig aanwezig. Direct werd politie opgebeld en na korten tijd arriveerde veldwachter Hollander uit Hardenberg. Met een ladder en een haak werd het lijk op den wal gehaald en daarna per bokschuit vervoerd naar het baarhuisje op het kerkhof.
De ontboden ouders werden, eerst elk afzonderlijk en later te zamen met het lijk geconfronteerd en herkenden het als van hun vermiste dochter. Het kerkhof werd bewaakt in afwachting van nader onderzoek. De fiets van het meisje is nog niet gevonden.
Aldus schrijft onze correspondent.
Men herinnert zich dat de ouders van de vermissing kennis gaven en hoe per radio twee keer opsporing was verzocht. Volgens eerste geruchten zou ze weggeloopen zijn uit de ouderlijke woning omdat haar ouders tegen haar liefdesbetrekkingen waren waardoor een twist was ontstaan. Ze zou daarna bij een broer hebben verteld „dat ze haar nooit weer zagen”. Later zou een ander meisje in Lutten haar gezien hebben op den weg te Heemserveen (wat ze nog steeds volhoudt.) Toen men echter niets meer van het meisje vernam, ging de politie zoeken in de richting van misdaad, ook zonder resultaat.
Alleen – een massa griezelige sensatiegeruchten  deden de ronde, die de ouders ten zeerste blameerden. Met verloop van tijd echter sprak niemand meer over ’t geval. Tot nu Zaterdag weer nieuwe sensatie oplaaide. Het lijk zou in een zak genaaid zijn, de schoenen zouden te groot zijn geweest enz. enz. Het een noch het ander is waar. Van politioneele zijde vernamen we Dinsdag, dat de heer Kooiker het lijk vond, dat dokter Gouwe verklaarde dat het lijk ongeveer zeven weken in ’t water gelegen had, dat van gerechtelijk onderzoek geen sprake is, dat het lijk gekist en naar het ouderlijk huis is vervoerd en morgen wordt gegraven. De geheele vaart is nog niet afgedregd naar de fiets.
Het is geheel uitgesloten dat misdaad in het spel is en de ouders hebben leed genoeg te dragen, meer dan men denkt, zoodat het meer dan tijd wordt, dat er aan den schandelijken laster een eind komt, aldus besloot onze zegsman.
De politie zelf werd nog geblameerd door het gezegde: Waarom is de vaart ook niet eerder afgedregd !” Hiervoor was volgens hem niet de minste reden, men had met evenveel recht overal elders kunnen gaan zoeken.

De Dedemsvaartsche Courant voegde hier nog aan toe:

Nader deelt men ons mede, dat het medisch onderzoek heeft uitgewezen, dat het meisje geen gewelddadigen dood is gestorven. De geruchten, die daaromtrent de ronde doen, berusten op louter fantasie en misverstand. De Officier van Justitie te Zwolle heeft maandag verlof tot begraven gegeven.

DANKBETUIGING.

Een woord van oprechten dank betuigen wij aan allen, die de behulpzame hand verleend hebben bij het te voorschijn brengen en ter aarde bestellen van het reeds lang met smart vermiste stoffelijk overschot van onze geliefde dochter en zuster LUCHINA, inzonderheid aan den aanspreker Joh. DOLDERSUM voor zijn krachtdadig optreden, toen een vreemd persoon onze woning trachtte binnen te dringen, waar hij niets te maken had.
Lutten, 28 Febr. 1933. L. GEWALD


Volgens de overlijdensadvertentie was de ter aardebestelling van Luchiena op woensdag 1 maart 1933.

Rouwadvertentie Luchiena Gewald.

Toen, op 27 oktober 1860: bijna verdronken in de Dedemsvaart.

De Provinciale en Overijsselsche Courant anno 1860:

“Gramsbergen, 27 october. Voor een paar dagen was de landbouwer J.H. bezig met eenige boekweit uit eene schuit op den wagen te laden. Zijne dochter, een meisje van 16 jaren, was op het voer met laden bezig, toen de wagen achteruit liep en in de Dedemsvaart stortte. Het meisje viel in het water en werd dadelijk door de boekweit bedekt, terwijl het paard, dat aan den wagen vastgebonden zat, in het water rond spartelde. Gelukkig dreef de boekweit uiteen, en kwam het meisje weer boven, kort bij den kop van het paard, waarop zij dat dier om den hals greep en spoedig daarop gered werd. Het paard werd losgesneden en insgelijks gelukkig op het drooge gebragt”.