De bewaarschool aan het begin van het Middenpad.

Op 12 mei 1873 namen enkele gegoede vrouwen het initiatief tot oprichting van een bewaarschool voor de kleintjes. Dit damescomité werd aangevoerd door de freule van Heemse en de echtgenote van predikant Callenbach uit Hardenberg. De eerstgenoemde ‘freule Marie’ heette voluit Maria Clara barones van Ittersum (1841-1909). Haar broer Willem zou een jaar later geïnstalleerd worden als burgemeester van Stad Hardenberg. Zij kwamen uit een groot gezin en waren nazaten van de dichteres van Heemse, Clara Feyoena van Raesfelt-van Sytzama. Maria Clara werd in Heemse geboren en overleed in Hilversum op 67-jarige leeftijd. Zij huwde pas op 45-jarige leeftijd met de jonge weduwnaar Casparus Bastiaan Johannes Plaat. De tweede dame was Johanna Magdalena ‘Madelon’ Mijer (1841-1907). Zij zag evenals de freule in 1841 het levenslicht. Zij trouwde echter al op jonge leeftijd, als 21-jarige, met Willem Callenbach (1836-1879). Als 30-jarige predikantsvrouw kwam zij met haar man en zoontjes vanuit Bergschenhoek naar Hardenberg, waar Willem in oktober 1871 werd bevestigd tot predikant. De jonge domineesvrouw was de dochter van de Nederlandse staatsman Pieter Mijer, minister van Kolonie, lid van de Tweede Kamer en gouverneur-generaal van Nederlands Indië. Zij was geboren in Batavia en overleed in 1907 in Amsterdam, twee jaar eerder dan freule Maria Clara.

Uitgave-boek van de bewaarschool.

Om zo’n kleuterschooltje te kunnen stichten moest allereerst geld worden ingezameld. Uit de keurig bijgehouden giftenlijst blijkt dat de dames uitstekende collectantes waren. Behalve uit Hardenberg en de omliggende buurtschappen en dorpen kwam er geld binnen uit vele plaatsen in Nederland en zelfs ver daarbuiten, zoals Aalburg, Amsterdam, Baarn, Batavia, Bremen, Delft, Harlingen, Leeuwarden, Leiden, Middelburg, Nijkerk, Rheine, Rotterdam, Scheemda, Scheveningen, Slochteren, Steenwijk, Tiel, Utrecht, Zeist en Zwolle. In Den Haag werden ook forse bedragen ingezameld. Zo gaf mevrouw Groen van Prinsterer veertig gulden en Hare Majesteit Koningin Sophie doneerde maar liefst vijftig gulden. Van Z.K.H. Prins Hendrik wist men zelfs het formidabele bedrag van f 400,- (omgerekend ongeveer € 4000,-) voor de bewaarschool in Hardenberg
los te peuteren.
Burgemeester Weitkamp haalde in 1930, tijdens het zestigjarig jubileum van het christelijk onderwijs, herinneringen op aan de beginjaren van de school. Over freule Marie zei hij onder andere: “Zij was de collectante par excellence, zij kon praten en de portemonnaie open krijgen en niet alleen dat, maar ook den weg naar den hemel bespreken. Zij liep de buurtschappen af, want goed en bloed was reeds lang voor de school verpand. Zij leidde de vrouwenvereeniging met moeder Sierink. Zij was voorzitster van de bewaarschool. Zij was het die voor deze school een gift van f 400,- kreeg uit ons Vorstelijk huis en wel van een van Neêrlands grootste Prinsen wat zielenadel betreft, Prins Hendrik.”

Uitgaven in 1873 voor de te bouwen bewaarschool.
Uitgaven in 1873 voor de te bouwen bewaarschool.

Een jaar nadat het plan in werking was gesteld, was er genoeg geld om met de bouw van de school te beginnen. Hiervoor moest eerst grond worden aangekocht. Ten zuiden van de pastorie, aan de overkant van het Middenpad, lag de tuin van Harm Joosten. Deze tuin van ruim 600 m² wilde Harm wel aan de domineesvrouw en haar vriendin verkopen voor f 325,-. Het was een ideale plek voor de te bouwen school: makkelijk bereikbaar en mooi dichtbij de pastorie. De koop werd gesloten en de dames gingen voor het passeren van de koopakte naar notaris Troost in Heemse. Ook werd een bezoek gebracht aan architect J.A. Smits in Schoonhoven. Voor het kosteloos vervaardigen van tekeningen en het bestek voor de te bouwen school kreeg hij een paar bloempotten aangeboden.
Op de voormalige tuin van landbouwer Joosten kon begonnen worden met de bouw van de school en een woning voor de onderwijzeres. Op 2 mei 1874 werd de hoeksteen gelegd door de oprichtsters Maria van Ittersum en Magdalena Callenbach-Mijer. Enkele maanden later, op 19 augustus, werd de naar hen genoemde Maria Magdalena Bewaarschool feestelijk ingewijd.

Carte-de-visite van Johanna Magdalena ‘Madelon’ Mijer (1841-1907)

Carte-de-visite van Johanna Magdalena ‘Madelon’ Mijer (1841-1907) .

De bouw van school en huis werd door timmerman Jan Hindrikus Cremer aangenomen voor een bedrag van bijna f 5000,-. Nadat de eerste steen was gelegd, moest de eerste termijn van de aanneemsom (f 1600,-) aan hem worden betaald. Naast de rekening van de aannemer kwamen veel andere rekeningen binnenstromen. Zo weten we dat Herman Hendrik Scheffer het verven van de school en woning voor zijn rekening nam. Andere plaatselijke ondernemers, waaronder de koperslagers Hendrik Jan en Arnoldus Sierink en Hendrik Jan Otten, smid Johannes Hamberg, schilder Gerrit Frijling en timmerlieden als Roelof Vasse, Gerrit Jan Goris en Gerrit Willem Otten, zorgden ervoor dat de school en woning goed konden worden opgeleverd. De feestelijke opening volgde in augustus van dat jaar.

U kunt het hele artikel (in drie delen) over de Maria Magdalena bewaarschool lezen op: https://www.historischeprojecten.nl/publicaties.html