In het contentieus archief van het stadsgericht Hardenberg worden o.a. zgn. Interrogatoria bewaard. Dit zijn ondervragingen van burgers onder solemneelen (plechtige) eed. Een van die interrogatoria betreft de ondervraging van een aantal burgers betreffende de deseurteur Christiaan Strieber. Hij was gearresteerd door het stadsbestuur:

Wij H. Leuveling, Jasp(er) Zweers, G. Nijman en D.J. Santman, uitmakende het Intermediair Administratif Gemeentebestuur der Stad Hardenbergh, doen te weeten dat op heeden voor ons en ter requisitie van den sergeant C. Weber in ’t 3e bataillon Bataafsche Jaagers, Frederik Amsink, woonende alhier, onder solemneelen eede, als naar Landrechte, is verklaard, dat Christiaan Strieber, inwoonder deezer stad, en op eergisteren door ons ter requisitie van gem(elde) sergeant in civil arrest genoomen en alnog bewaard wordende, is een deserteur van de Bataafsche Armee, geevende daartoe voor reeden van wetenschap dat gem(elde) C. Strieber, bij gelegendheid dat ‘er voor eenigen tijd een generaal-pardon voor alle deserteurs was gepubliceerd, ten zijnen huize ’s morgens bij hem voor ’t bed gekomen was, en als toen gezegd: ‘de Hoere, dat Beest (: meenende daarmeede zijne tegenswoordige vrouw) wil mij nu niet hebben; wat ben ik nu een ongelukkig kaerel, als ik, nu met ’t generaal pardon, na mijn battaillon was gegaan, dan was ik een vrij man, en nu ben ik een schelm en moet agter lands loopen’.

Voorts is gecompareerd Margaretha Elisabeth Amsink, en heeft voor ons en ter requisitie van opgem(elde) sergeant, meede onder solemneelen eede verklaard dat voorschr(even) C. Strieber is een deserteur van ’t 3e battaillon Bataafsche Jagers van de 6e compagnie; geevende voor reeden van wetenschap zulks uit den mond zijner tegenswoordige vrouw Hendrikjen Haamberg, voor dezelver trouwen, te hebben gehoord.

Nog is gecompareerd Hermannus Amsink, en heeft voor ons almeede ter requisitie van voorschr(even) sergeant onder solemneelen eede verklaard dat gem(elde) C. Strieber is een deserteur van de Bataafsche Armee, geevende voor reeden van wetenschap dat hij zulks uit den mond van zijne eigen huisvrouw Hendrika ten Brinke (die thans alhier in ’t kraambed is liggende) te hebben gehoord, welke ’t zelve uit den mond van de tegenswoordige vrouw van C. Strieber, Hendrikjen Haamberg, voor derzelver trouwen, hadde gehoord.

Eindelijk zijn gecompareerd Jan Berend ten Broeke en vrouw Willemiena Raasink, dewelke almeede ter requisitie van opgemelden sergeant voor ons een ijder voor zich onder solemneelen eede hebben verklaard dat Christiaan Stieber opgem(eld) is een deserteur van ’t 3e battaillon Bataafsche jagers van de 6e compagnie, geevende voor reeden van wetenschap dat den tegenswoordige huisvrouw van C. Stieber, Hendrikjen Haambergh, voor haar trouwen met denzelven zulks aan haar hadde verklaard.

Zijnde den eersten comparant F. Amsink oud ruim 54 jaaren en met den sergeant C. Weeber niet verwant. Zijnde de tweede comparant M.E. Amsink oud 23 jaaren en met den sergeant C. Weeber niet verwant. Zijnde de derde comparant H. Amsink oud ongeveer 30 jaaren en met den sergeant C. Weeber niet verwnat. Zijnde de vierde comparant J.B. ten Broeke oud ruim 54 jaaren en met den sergeant C. Weeber niet verwant. Zijnde de vijfde comparante W. Raasink oud ruim 54 jaaren en met den sergeant C. Weeber niet verwant.

Des ten oirkonde is deezen met onzes stads-zegel en des secretaris subscriptie bekrachtigd. Actum Hardenbergh, den 29 maart 1801, anno 7e Lib. Batavae. Ter ordonnantie, Antoni van Riemsdijk, secretaris.