De Overijsselsche Courant van 30 september 1825 bevatte een grote advertentie waarin de openbare veiling werd aangekondigd van de onroerende goederen van wijlen J.G. Pruim. De advertentie vermeldt 21 percelen die in veiling zouden worden gebracht, gelegen in Stad en Ambt Hardenberg.

Een van de kavels die geveild zou worden, betrof het erve ‘Harms op Sipculo’. Op bijgaande uitsnede van de kadastrale kaart (anno 1832) is het ‘Harms’ vermeld bij perceel G no. 312. Het perceel is dan eigendom van Hendrik Meinesz., koopman te Balk. Hij heeft kennelijk tijdens de veiling het hoogste bod uitgebracht op het erve. Tegenwoordig bestaat ‘het Harms’ niet meer. De boerderij is afgebroken en braakliggende grond van het kloosterterrein is alles wat er nu nog van resteert tussen de Kerkstraat / Grachtstraat en het kerkhof.

Jan Godefried Pruim was op 27 februari 1761 geboren in Hardenberg en op 8 maart gedoopt, als zoon van schoolonderwijzer Martinus Pruim en Hendrina Rijgedijk. Jan Godfried trouwde met Johanna Alegonda Bruins. In het laatste kwart van de achttiende en het eerste decennium van de negentiende eeuw was hij een zeer voornaam man, als plaatsvervangend schout en later schout van het kerspel Hardenberg, Heemse en Gramsbergen. Vanaf 1811, ten tijde van de Franse overheersing, was hij ‘vrederechter’ en ontvanger der directe belastingen en accijnzen in Hardenberg. Jan Godfried Pruim stierf op 11 september 1825, oud 64 jaar.